FIB NR2 2016 | Page 145

143 COLUMN Ik neem Martin van Geel ook effe mee De bekerwinst van Feyenoord is een geschenk uit de hemel geweest. Zowel voor de stad als voor de club. Geweldig om de Coolsingel vol te zien lopen en eindelijk weer eens iets in de prijzenkast te mogen zetten. Ook al is het dat gekke dennenappeltje. Voor Martin van Geel, de technisch directeur van Feyenoord, kon de timing niet beter. Die man ligt altijd wel een beetje onder vuur. Ik gun hem deze hoofdprijs van harte, temeer omdat het ondergetekende was die hem ooit naar Rotterdam haalde. In het seizoen 1987-88 was ik trainer van Roda JC. Van Geel was één van mijn spelers. We speelden in de middenmoot, maar zaten ook nog in het bekertoernooi. Achter mijn rug om had Roda een andere trainer aangesteld voor het seizoen erna. Maar prompt haalden we de bekerfinale, tegen landskampioen PSV. Dat betekende dat we opeens Europees voetbal hadden gehaald. Ze wisten niet wat ze meemaakten daar in Limburg. Ik zei tegen voorzitter Nol Hendriks: ‘Een klein standbeeldje kan er toch wel vanaf, nu ik hier weg ga.’ Waarop hij zei: ‘Daar hebben we niet genoeg klei voor, Rob.’ Rob Jacobs is oud-trainer van onder meer Excelsior, Feyenoord en Sparta, voetbalanalyticus voor RTV Even later belde Hans Kraay senior. Of ik tijd had om over een overgang naar Feyenoord te komen praten. Nou tijd had ik wel, ik was desnoods op de fiets gekomen. Dus toen het rond was, moest ik naar die Nol Hendriks toe om te vertellen dat ik naar Feyenoord zou gaan. ‘Feyenoord?’, vroeg hij verbaasd. ‘Ja, je weet wel. Als je naar Rotterdam rijdt, dat grote stadion dat je dan ziet staan, die club’, zei ik. ‘En ik heb nog een mededeling. Ik neem Martin van Geel ook effe mee.’ Rijnmonds en Feyenoord TV en ontving in 2013 de Erasmusspeld Zo stond ik met Martin na onze laatste wedstrijd op het veld. Er was gevraagd of we even een rondje wilden doen over de sintelbaan. Nou, ik wist wel beter. Als ik tijdens wedstrijden over die sintelbaan liep en we stonden met 2-1 achter, dan riepen ze ‘foei’ naar me. Dat is het ergste wat je naar je hoofd kan krijgen in Limburg. Foei! Uiteindelijk pak ik daar op het veld de microfoon. Ik zeg: ‘Jongens, Martin en ik gaan naar Rotterdam. Succes ermee. Doei!’ Konden ze niet om lachen. Martin en ik gelukkig wel. ROB JACOBS