FIB NR2 2016 | Page 131

129 COLUMN Monument voor een kwajongen Op de groenstrook van de Warande in Kralingen staat, tegenover de Brussestraat, een mooi bronzen beeldje van Boefje. Het is gemaakt door Tineke Slingerland-Nusink (1951), in opdracht van de studentenverenging Laurentius. Bij het dertiende lustrum van de vereniging, in 1980, werd het geschonken aan de gemeente Rotterdam en onthuld door burgemeester André van der Louw. Boefje is de hoofdpersoon in het gelijknamige boek van de Rotterdamse journalist M.J. (Marie Joseph) Brusse. Het verscheen in 1903 en was tevens de eerste publicatie van W.L. & J. Brusse’s Uitgeversmaatschappij (broers van de schrijver), die zou uitgroeien tot een vooraanstaande uitgever in Nederland. Rien Vroegindeweij is dichter en schrijver en ontving in 2006 de Erasmusspeld M.J. Brusse verzorgde voor de Nieuwe Rotterdamsche Courant de rubriek “Onder de menschen”, waarin hij zijn maatschappelijke betrokkenheid betoonde. In 1901 kreeg hij van de jeugdzorgvereniging Pro Juventute de voogdij over Jan Govers, een ‘van het anker geslagen knaap’. Het voogdijschap weerhield Jan er niet van het dievenpad op te gaan. Terwijl zijn vriend Pietje Puk op de uitkijk stond, sloop hij een rijkeluiswoning binnen en nam twee gouden armbanden mee. De pandjesbaas gaf er 27 gulden voor, waarvan beide jongens een rijksdaalder aan hun moeder gaven met de mededeling dat ze die hadden verdiend met het rooien van aardappelen. Jan biechtte alles op aan zijn vader, die Brusse inlichtte. Door zijn bemiddeling kwam Jan in het verbeterhuis, maar nadat Jan kort daarna werd betrapt bij het stelen van lood van nieuwbouwdaken, verdween hij in de gevangenis aan de Noordsingel. Van daar werd hij in een instelling van Pro Juventute in Limburg geplaatst, waar hij leerde lezen en schrijven. Toen Brusse hem daar bezocht, werd hij ontvangen door een volwassen jongeman die zich aan het geloof wijdde en geliefd was bij de broeders. Met die ervaring beschreef Brusse het jonge leven van Jantje Govers, alias Boefje. Het boek was een groot succes en bleef lange tijd zeer populair. In 1950 verscheen de twintigste druk. Ook het toneelstuk trok volle zalen in de productie van het Vereenigd Rotterdamsch-Hofstad Tooneel onder regie van Cor van der Lugt Melsert en in de titelrol zijn vrouw Annie van Ees. In 1939 werd Boefje verfilmd door de uit Dui tsland gevluchte Detlef Sierck. De straatjes en stegen van het oude Rotterdam werden nagebouwd in de studio van Filmstad Wassenaar. De regisseur heeft de première in het Amsterdamse City Theater niet meegemaakt, want op de laatste opnamedag vluchtte hij naar de Verenigde Staten. Marie Joseph Brusse was de stamvader van een uitgebreide artistieke familie. Hij had uit drie huwelijken zeven zonen die zich ontwikkelden tot journalist, cineast, architect, acteur of beeldend kunstenaar. Ter gelegenheid van het vijftienjarig bestaan van het Fonds bijzondere journalistieke projecten is in 2006 de M.J. Brusseprijs ingesteld. De Uitgeversmaatschappij W.L. & J. Brusse bestond tot 1965. RIEN VROEGINDEWEIJ