94
MARHINDE VERKERK: PRACHTIGE PRINSES MET DIERLIJKE VECHTLUST
‘IK DACHT
ALLEEN MAAR:
IK MAAK JE AF!’
Op 11 augustus 2016 gaat de Rotterdamse judoka Marhinde Verkerk voor Olympisch goud in Rio de Janeiro.
Nou ja, goud halen, dat is het ultieme doel natuurlijk. Maar op die
wedstrijddag weet ik gewoon, als ik daar mee bezig ben, dan ga ik
niet winnen. Stel ik verlies de halve finale, het zit allemaal zó dicht
bij elkaar, dan moet ik ook kunnen schakelen om alsnog die medaille
te halen, je moet echt anticiperen op het moment. Dát is de kunst,
om je ieder moment scherp te houden, ieder moment bij jezelf te
blijven. Op de Spelen gaat het er om: wie is mentaal het best? We
zijn allemaal sterk, hebben allemaal vier jaar lang getraind, we
hebben dezelfde passie, dus ja, dat gaat heel spannend worden…
Op de vorige Spelen kon ik dat niet tot op het laatste moment
opbrengen. Ik mocht voor brons vechten. Maar het was op.
Uitgeput. Klaar. Ze pakte me vast en ik dacht “Oh my god, ze is
sterker.” In die zin is het zo dierlijk.
In judo kan je hele toernooi, alles wat je er vier jaar lang voor hebt
gedaan, in tien seconden over zijn. Een fractie van een seconde niet
opletten en je ligt eruit. En alles wordt op één dag afgewerkt. Ik
weet eigenlijk ook niet waarom, maar het is niet eerst een paar
wedstrijden in een poultje en een beetje in het toernooi groeien.
Aan de andere kant, goud halen duurt ook maar maximaal vier keer
vier minuten!
Ik denk wel dat ik in Rio één van de favorieten ben, hoewel de top
drie van de wereldranglijst, die hebben zo veel gewonnen in de
afgelopen vier jaar dat zij dat méér zijn. Maar ik heb van die hele
top drie al eens een keer gewonnen. En ik heb één groot voordeel.
Ik weet dat ik op de grote toernooien in een flow kan komen en
boven mezelf uit kan stijgen. Er zijn sporters die dat op grote
toernooien niet kunnen. Ik floreer juist in zo’n sfeertje. Zo werd ik
in 2009 ook wereldkampioen.
Ja, dat was bizar… Ik weet nog dat we ’s ochtends naar Ahoy reden
en dat ik dacht: “Dit is gewoon tof, dit is mijn thuisstadion, ik ga er
van genieten en het allerbeste judo laten zien dat ik in me heb.”
Verder dacht ik niet, ook niet aan een medaille. Ik had niets te
verliezen.
Er was die dag ook nog een of andere poedelwedstrijd in Ahoy, dus
er liepen allemaal mensen met die honden. Die dingen, dat je zo
ontspannen bent dat je daar nog om kan lachen, die zijn belangrijk.
Vanuit die ontspannenheid heb ik me in Ahoy helemaal afgesloten,
in m’n eigen focus, in de flow. Mijn coach, Chris de Korte, hoefde
ook alleen maar een beetje aan te sturen en voor de rest… ja…hele
delen weet ik ook gewoon niet meer. Het is heel raar, het gaat
gewoon. Ik kwam de mat af, wist niet meer wat ik gedaan had,
alleen dat ik gewonnen had.