FIB NR2 2015 | Page 106

104 COLUMN TOP IN TOWN RIEN VROEGINDEWEIJ Willem Schürmann Fontein 1975 is een jaar van gedenken en herdenken, zowel van het begin als van het einde van de Tweede Wereldoorlog. Verhalen en beelden genoeg. Misschien zelfs te veel van het goede. Daarom wil ik even stilstaan bij de dood van een vergeten Rotterdamse schrijver, nu honderd jaar geleden. Vergeten inderdaad, maar u zou hem kunnen kennen. Niet van zijn werk maar van het monument dat een jaar na zijn dood voor hem is opgericht: de Willem Schürmann Fontein in het gazon van de Parklaan. De fontein is een ontwerp van de beeldhouwer Charles van Wijk en staat daar al sinds 1916. Wat toch een wonder mag heten voor Rotterdam, waar men zo graag met zijn beelden rondsjouwt. Van Wijk had er oorspronkelijk een engel met een masker en iets met bronzen kettingen voor gemaakt. Maar de kettingen werden gestolen en de engel werd door de stevige fluitspeelster van beeldhouwer Bonaventura Ingen-Housz vervangen. In de rand van de waterbak staan de titels van zijn vier belangrijkste werken gebeiteld: “Veertig”, “De Violiers”, “Paddestoelen”, “De Berkelmans”. Drie toneelstukken en een roman. Willem Frederik Schürmann werd in 1876 in de Korte Hoogstraat in Rotterdam geboren. Zijn vader had een kledingmagazijn. Op zijn negentiende al vertrok Willem naar Amerika, waar hij een aantal jaren werkzaam was op handelskantoren in New York en Philadelphia. Terug in Nederland besloot hij zich geheel aan de letteren te wijden. Hij schreef kluchten die in de Tivoli Schouwburg werden opgevoerd en publiceerde feuilletons over zijn Amerikaanse reizen. Hij zou vooral naam maken als toneelschrijver. In 1906 werd in de Groote Schouwburg zijn toneelstuk “Paddestoelen” door het gezelschap van Van Eijsden opgevoerd. Gevolgd door “Veertig”