FIB NR132 2022 | Page 36

34
Jarenlang ziet de voormalige woonkamer van Pim Fortuyn in Palaza di Pietro aan het G . W . Burgerplein in Rotterdam-West eruit zoals hij die op 6 mei 2002 om 10.35 uur verlaat . Op het bureau de open en nooit meer dicht geslagen agenda met daarin vier afspraken voor die dag . De laatste met journalisten in Leeuwarden . De voorlaatste in Hilversum met BNN . De tweede in Breda : dagblad De Stem . En de eerste hebben wij om 11.00 uur in De Kuip .
Wij , dat zijn Jorien van den Herik en Jan D . Swart , in 2002 respectievelijk voorzitter en manager in- en externe betrekkingen van Feyenoord . Elke keer als er het eerste jaar op tv een nagedachtenis aan de vermoorde politicus wordt uitgezonden en de cameraman op de agenda in het verlaten pand inzoomt , leest de laatste zijn naam . Als Fortuyn die morgen om 12.00 uur De Kuip verlaat , is Swart de laatste Rotterdammer die de hand van de professor schudt . Hij laat zich richting Breda rijden .
We kenden Fortuyn van z ’ n boeken , de interviews die hij gaf als er weer één uit was , z ’ n woning aan de Randweg waar supporters op wedstrijddagen van Feyenoord in z ’ n zwak onderhouden tuintje met een grote boog urineren , maar vooral als jaarlijks tafelgenoot bij het uierborddiner . Dat is een vrolijk eetavondje dat André van Duin en onroerendgoedzakenman Tom Westermeijer in restaurant Old Dutch in Rotterdam organiseren voor stadgenoten die ter plekke tot ver na sluitingstijd de armoede van de naoorlogse jaren bezingen . Wilhelmus Simon Petrus Fortuyn is vóór de ochtend van 6 mei 2002 nog nooit in De Kuip geweest . Fatsoenshalve wacht ik hem daarom beneden bij de balie op . Het is 10.55 uur . De Daimler met chauffeur arriveert . Op Fortuyn kan je de klok gelijkzetten . Hans Smolders , voor die dag gelegenheidschauffeur , opent met bijna koninklijke waardigheid de achterdeur voor de winnaar van de Rotterdamse gemeenteraadsverkiezingen die inmiddels – met de LPF – op weg lijkt naar zelfs een tweede sensatie . Nu landelijk .
Fortuyn : tiptop kostuum , das en pochet . Niemand die er op dat moment aan denkt dat bij de verwelkoming een schotgevaarlijke randdebiel op de loer zou kunnen liggen . Roltrappen op . Unit 30 in . Koffie . Gebak .
Pim Fortuyn heeft zich in het voorjaar van 2002 met Leefbaar Rotterdam in een vorstelijke stedelijke beslispositie gemanoeuvreerd en omdat Job Cohen als burgemeester van Amsterdam dreigt Ajax voortaan voor politieinzet fors te laten betalen , lijkt het mij niet onverstandig om eens uit te horen of die merkwaardige runner-up met De Kuip hetzelfde voornemen heeft . Fortuyn heeft een uur .
Eenmaal aan tafel in een unit die uitzicht biedt op het veld , vraagt Fortuyn of Coen Moulijn af en toe nog weleens meespeelt . Ogenschijnlijk oogt hij goed gemutst . Wel weet hij heel precies het verschil tussen Feijenoord met een ij en Feyenoord met een y en merkt terloops op dat de supporters van Feyenoord vroeger in zijn tuintje aan de Randweg na afloop van de thuiswedstrijden altijd smerig lang stonden te urineren . Daar was hij toen niet van gecharmeerd , maar hij voegt er vrolijk aan toe ‘ dat het niet altijd de lelijkste jongens waren die met hun piemel uit hun broek zijn boompjes bewaterden .’
De eerste vijf minuten is het gesprek losjes . Maar zodra de naam van Cohen valt , verandert zijn toon . Hij vindt die man ‘ een rare snijboon ’ en zegt : ‘ Ik denk dat Cohen wel anders gaat piepen als hijzelf de politie uit eigen zak moet gaan betalen wanneer hij naar een voetbalwedstrijd wil .’ Waarmee binnen een kwartier het gespreksonderwerp is afgedicht . Feyenoord kan wat hem betreft op aanhoudende steun van de politie rekenen . En dan komt zijn eigen verhaal . We hebben nog drie kwartier .
Van den Herik en ik luisteren naar een bange man , die deze dag van plan is om vanuit Rotterdam , via Breda en Hilversum naar Leeuwarden door te rijden om vervolgens – na een korte ontmoeting met enkele journalisten – een weekje in Friesland voor iedereen onvindbaar te zijn . Hij voelt zich gedemoniseerd en wil aan tafel even zijn ei kwijt . Vooral Paul Rosenmöller ( GroenLinks ) moet het ontgelden . Ook minister-president Wim Kok , en als we hem erop attenderen dat Ad Melkert ( PvdA ) tot de grootste supporters van Feyenoord behoort , zegt hij gevat : ‘ Dan gaat het hier niet gezellig worden .’ Demoniseren is in die tijd een nog weinig gebruikt woord . Maar hij gebruikt het herhaaldelijk . Om de haverklap noemt hij voorbeelden hoe vooral de linkse elite het op hem heeft gemunt en Paul Rosenmöller , dat vindt hij ‘ een ellendeling ’. Om 12.00 uur exact staat de Daimler weer voor het Maasgebouw . Onbeschermd . Niemand is zich die dag van het komende onheil bewust . Fortuyn deelt nog snel twee handtekeningen uit en vertrekt . Om 19.15 uur is Jorien van den Herik de eerste die mij mobiel belt . ‘ Heb je het gehoord ? Fortuyn is neergeschoten in Hilversum en hij ligt met opgetrokken benen ; nou , dan weet je het wel .’ Van de vier afspraken die dag heeft Fortuyn er drie gehaald . Na de derde komt hij oog in oog met zijn eigen sterfelijkheid .
De eerste keer dat ik socioloog dr . Wilhelmus Simon Petrus Fortuyn voor de Haagsche Courant / Rotterdams Nieuwsblad interview , is op 18 februari 1997 . Zijn voortuintje aan de Randweg in Rotterdam Zuid is dan zwak onderhouden . De boompjes staan schots en scheef . Het onkruid heeft de winter in triomf overleefd en naast het stoepje bij de voordeur ligt een omgevallen kabouter met nog slechts één arm . Men ziet terstond : een man alleen . Fortuyn is nieuws . Hij heeft het boek De islamisering van onze cultuur geschreven en het voor alle duidelijkheid nog een ondertitel meegegeven : Nederlandse identiteit als fundament . Moederziel alleen heeft Fortuyn de aanval geopend op wat hij in ons gesprek meermalen benoemt als een ondoordacht vitaal multicultibeleid , dat hem zorgen baart . Een nieuw woord , multiculti . Hij zegt er zich bewust van te zijn een moeilijk thema te hebben beschreven . Een week eerder heeft hij gesoupeerd met monseigneur Tiny Muskens en ook hem uitgelegd dat Nederland niet meer bereid is voor een aantal kernnormen en waarden zijn nek uit te steken . ‘ We hebben een mooie cultuur . Daar hebben we hard voor gewerkt , eeuwenlang , die moet je kunnen beschermen en overdragen . Du moment dat je dat niet meer wil of kan , word je het slachtoffer van culturen die veel harder zijn . Hier wonen ,