FIB NR130 2021 | Page 114

112 COLUMN

Zoek de verschillen

Voor me ligt een foto van de lagere school . Die is bij opgravingen te voorschijn gekomen . Ik zit op de achterste rij en zie eruit als Marinus van der Lubbe . Iedereen zag er in de jaren vijftig mislukt uit , maar ik was wel toch de ergste .
Ik was kippig , maar de schooloogarts kwam vroeger in Rotterdam pas in de laatste klas . Daarom zat ik vijf jaar lang terminaal op de laatste rij . Ik kon toch nog niks op het bord lezen . Ik zag niet eens dat er een bord was .
JAN D . SWART
Voetballen deed ik met een fondsbrilletje . Dat oogde in sportkringen als volledig ongeschikt . Totdat Fons van Wissen van PSV ermee in het Nederlands elftal debuteerde . Ook blind . Toen werd de zeperd dragelijker . Contactlenzen bestonden toen nog niet . Veel later werd Feyenoord wereldkampioen door Joop van Daele , die had min-zes . Daar was ik met min-vier een kleine jongen bij .
Ook de tandarts kwam op de lagere school pas in de laatste klas . Eens per half jaar werd er een monstrueuze boormachine het schoolgebouw binnen gereden en niemand ontkwam aan de slachting . Dat was nog eens inclusie .
Wie een verdoving vroeg kreeg een draai om z ’ n oren en wie wegliep lag bij de deur al knock out . Tandartsen van vroeger waren kindertemmers . Grote handen rekten je wangen uit tot hamsterformaat en de tranen van pijn stonden tot diep in je bilnaad .
Jan D . Swart is journalist en oprichter van Friends in Business
Tijd was geld , zodat je ook nog het leed van je voorganger op één meter afstand verplicht moest bijwonen . Soms een uur lang , want naoorlogse kindergebitten waren van een rammelend niveau . Tenzij je in Hillegersberg of Kralingen woonde . Verschillen zijn er nu eenmaal altijd geweest .
Naast me op de foto staat de juffrouw . Een lekker ding . Marinus van der Lubbe zag dat weliswaar niet , maar hij voelde het aan zijn water .
Ik heb ook nog een foto van de zesde klas . Daar heb ik wel een bril . Nu zit ik vooraan . Ik ben daar geen Marinus van der Lubbe meer , maar het type Rob de Nijs . En ik draag een gebreide trui . Elke maandag werd die door mijn moeder in een teil met de hand gewassen , zodat ie elke dinsdag een fractie kleiner was . Op de dag van de foto is mijn navel te zien . Daaruit at ik kruimels . Nu zit er bij de jeugd een piercing in .
Al onze haren zijn in scheiding gekamd en alles is hoog opgeschoren . Dat is nu weer mode . Hier en daar heeft een klasgenoot op de foto een fluim , maar ook die is kunstmatig vet gehouden . Gek eigenlijk dat het haar in die tijd nooit eens uit zichzelf mooi in de plooi ging . Ook bij mij niet . Het viel dood voorover op mijn voorhoofd . Peenhaar was een collectieve obsessie die als een koortsdroom door de tijd waarde en waartegen maar één middel bestand was : Brylcream . Nu is er een scala aan diversiteit .
Er is er op de foto eigenlijk maar één die met een gelijkmatig verdeelde aandacht over alle facetten van het uiterlijk volledig in orde is en dat is die juffrouw . En toch zie ik bij haar omgeslagen sokjes in de schoenen . Nu zou dat een afknapper van jewelste zijn , maar toen kwam elke sok bij de juffrouw van 22 jaar glashelder tot zijn recht . Ook haar wandelschoenen . En met spekzolen was ze op z ’ n mooist .
Nu mag je dat niet eens meer zeggen .