27
‘Oorspronkelijk hadden we ons oog laten
vallen op de Kantine Walhalla waar we nu zijn,
maar deze ruimte was toen nog écht in gebruik
als kantine. Toenmalig PvdA-wethouder Hamit
Karakus was ooit werkzaam geweest bij Atta
Makelaars. Hij wees ons op een beschikbaar
pand aan het Deliplein waar gokpaleis Las
Vegas was gehuisvest. De geschiedenisboekjes
leerden me dat het pand voor het oorlog
dienst deed als danspaleis dat luisterde naar
de naam Dancing Walhalla. Rachèl en ik wisten
genoeg. Zo moest het zijn!’
Spookrijders en stoute schoenen, da’s een
combinatie als een Rotterdammer en mouwen.
De oorspronkelijk uit Stampersgat komende
Harry-Jan is zo eerlijk om het (althans zíj́n)
Spookrijdersgehalte enigszins te nuanceren.
‘Ik voel me Rotterdammer, maar Rachèl is de
Rotterdammer. Je vindt dat ook in onze
karakters terug: ik ben meer de verbinder en
Rachèl… die heeft in een punkband gespeeld,
dus dan weet je het wel, hahaha. Die trekt zich
niets aan van een mening van een ander. Zij is
de échte Spookrijder van ons twee, maar
uiteindelijk blijkt haar vrije, eigenwijze geest
dus perfect te passen bij mijn coöperatieve
karakter. Dus die foto van zojuist, bij jou
achterop de fiets, da’s een metaforische
weergave van mijn huwelijk, hahaha…’
Pas in 2008 werden de woorden van 2006
geconcretiseerd in daden. Ook de openingsdag
van Theater Walhalla voldoet aan alle
voorwaarden die de Spookrijdersleer ons
voorschrijft.
‘We openden de deuren op maandag 8
september 2008. Die dag wordt officieus
gezien als het officiële begin van de
kredietcrisis. Begonnen wij dus dat theatertje
in die probleemwijk waar je nog niet dood
gevonden wilde worden. Door de crisis kwam
ook de Kantine leeg te staan: die werd ons dus
in de schoot geworpen. Een Spookrijder moet
ook af en toe een beetje geluk hebben’,
knipoogt Harry-Jan.
Springen in het diepe, spelen met vuur, stoute
schoenen. Ik hang aan Harry-Jans lippen, maar
hij waakt voor een té romantisch beeld. Hoe
artistiek het paar ook tracht te zijn en te
blijven, ook Rachèl en Harry-Jan hebben zich
te houden aan een deugdelijke bedrijfsvoering,
waaronder een gezond financieel plan. De
gemeentelijke subsidie dekt slechts voor een
kwart de begroting, de overige 75 procent
komt uit de inkomsten van de kaartverkoop,
horeca, verhuringen en van sponsors en
donateurs. Desondanks weet Theater Walhalla
zich geïnspireerd door een heilige culturele
missie die in de diepste kern een onvervalste
Spookrijdersgedachte behelst.
‘In de huidige tijd van vluchtige
oppervlakkigheid en algehele vervlakking
streven wij in de programmering naar
authenticiteit, naar eigengereidheid, naar
puurheid. We zijn altijd op zoek naar de goeie
gekte. We willen vooral onafhankelijke denkers
blijven en volgen onze intuïtie.’
Een avondje Walhalla is inmiddels een begrip
geworden. Walhalla is een spiegel waarbij het
spiegelbeeld per definitie afwijkt van je
zelfbeeld, omdat Walhalla de rafelrandjes
opzoekt van het toneeldoek dat cultuur- en
kunstminnend Nederland heet.
MARCO HENDRIKS
De ogen van Harry-Jan twinkelen als hij een
link legt tussen zijn theater en zijn
Rotterdam. ‘Dat kan alleen hier ja, daarvan
ben ik écht overtuigd geraakt. Amsterdam is
letterlijk en figuurlijk volgebouwd. Ik wil dan
ook graag een lans breken voor de
Rotterdamse ondernemers. Die zijn een niet
te onderschatten factor van het grote
Rotterdamse succes. Zo telt de Businessclub
Walhalla momenteel 120 bedrijven!’
De nee-knikkers, koudwatervrezers en
wenkbrauwenfronzers hebben moeten
toezien hoe Katendrecht, mede onder
aanvoering van Rachèl en Harry-Jan,
uitgroeide tot een lokaal succes met
landelijke uitstraling. Kunst en cultuur bleken
dé katalysators, precies zoals Harry-Jan het
in 2006 al voorspelde.
‘Wij hebben ook de Nacht van de Kaap en de
Ronde van Katendrecht geïnitieerd. Op
culinair gebied begonnen wij De Matroos en
het Meisje in een tijd dat geen enkele
restauranthouder in het centrum bereid was
zich op de Kaap te vestigen. En nu staan ze
allemaal in de rij. Je hebt dus echt lef,
doorzettingsvermogen, geloof, discipline en
heel veel inzet nodig om iets te behalen
waarin je gelooft.’
De geestelijke gezondheid houdt Harry-Jan
in stand door als fervent fietser en schaatser
een sportief en verantwoord leven te leiden.
Op het podium mag hij nog altijd graag zijn
kunsten vertonen als frontman-met-
accordeon van de muzikale cabaretgroep De
Tunes. Harry-Jan is overduidelijk van meer
dan één markt thuis en weigert zich in een
hokje te laten stoppen.
Aan het eind van de rit is een Spookrijder
een forel die tegen de richting in moet
blijven zwemmen om niet kopje onder te
gaan: als leidinggevende van een theater, op
de racefiets of schaats, maar ook in de rij van
de Albert Heijn of tijdens de subsidieonder-
handelingen met de gemeente Rotterdam.
Een romantische spookrijdende bohémien of
niet, uiteindelijk voert het pragmatisme van
alledag de boventoon en daar hoort
doodgewoon lekrijden ook bij. Een
Spookrijder met Rotterdams DNA repareert
dat ouderwets met een teiltje, een stukkie
schuurpapier, wat pleisters, solutie die aan je
klauwen blijft plakken en een paar
bandenlichtertjes. Maar dat allemaal wél op
het hoofdpodium van Nederlands meest
eigenwijze theater met de hulp van Harry-
Jan Bus, Spookrijder op zoek naar de goeie
gekte.
VINCENT VAN DORDRECHT