133
‘De vijft igers en zesti gers die de leiding hebben in bedrijven in de
Rott erdamse haven, zijn opgegroeid in een ti jd waarin het niet gewoon
was om je gevoelens te uiten. Terwijl de jongeren die ze in die haven en
industrie zo nodig hebben, juist daaraan in hun werk zo’n behoeft e
hebben.’ met Gilles de la Tourett e aan een baan geholpen. Ik zag direct dat hij
talentvol is, maar je moet hem wel helpen en aandacht geven. Hij wilde
zich bewijzen en had een grote mond. In plaats van het gesprek aan te
gaan, gingen ze hem kleineren, rotklusjes geven en aanspreken met
leerlingetje. Dat ontspoorde dus. Nu werkt hij op een plek met mensen
die wel empathisch zijn en functi oneert hij uitstekend.’
Geef eens een voorbeeld... Zijn dit geen incidenten?
‘Een van de jonge jongens die wij begeleiden, deed zijn werk erg goed.
Toch ging het mis tussen hem en zijn collega’s. Wat bleek? Vijf jaar eerder
was zijn vader uit zijn leven verdwenen; hij had daar nooit over gepraat
en kwam terecht in een omgeving met mannen die zijn vader hadden
kunnen zijn. Dat maakte veel emoti es in hem los. In een omgeving met
oudgedienden die daar al 40 jaar werken en die niet lullen, maar poetsen.
Die mannen maken onderbroekenlol, praten over Feyenoord en drinken
een biertje.’ ‘Nee de beroepsbevolking in de Europoort en Botlek is vergrijsd. Er is
sprake van een enorme generati ekloof en er zijn al zo weinig jongeren die
dit werk willen doen. Ik spreek directeuren die dit ook zien en weten dat
er iets moet veranderen. Ze houden het personeelsprobleem zelf in stand
als ze niets doen.’
Wat voor mentaliteitsverandering?
Chargeer je dat niet?
‘Vast wel. Maar in de prakti jk voeren die mannen weinig echte
gesprekken. Er is amper echte interesse en de jongere van nu vraagt
echt wat anders dan die in jaren 70 of 80. Het is ook geen verwijt aan
die mannen. Met mijn ouders voer ik ook alti jd gezellige gesprekken,
maar ze vragen nooit door. Dat is iets van die generati e.’
En daar gaat Prodex wat aan doen?
Ja, die bedrijven zien ook wel in dat er iets moet gebeuren. En wij gaan ze
daarbij helpen. Wij zoeken jongeren die in de haven en procesindustrie
willen werken. Als we met ze aan de slag zijn, vallen er amper mensen af.
Dat komt door onze manier van werken en goede begeleiding. Als je een
jongere coacht, neem je bijna automati sch zijn omgeving mee. In een
aantal bedrijven gaan we bijvoorbeeld shift leaders trainen. We gaan ze
helpen beter te communiceren en zaken aan de orde te stellen. Als er
mensen uitvallen, heeft het namelijk bijna alti jd daarmee te maken.’
Daar zeg je nogal wat…
‘Het gaat nog verder wat mij betreft . De pool met kandidaten kan alleen
groter worden als ze openstaan voor mensen met andere nati onaliteiten
op de werkvloer en voor vrouwen bijvoorbeeld. Ik geef zelf leiding aan
een team met vrouwen en ze roepen wel dat ze dat leuk vinden, maar
zeggen ze dat omdat we vrouwen zijn of vanwege onze capaciteiten?
Dat vraag ik me echt wel eens af.’
Dat is een somber verhaal…
‘Nee hoor, want ik zie verbeteringen. Er zijn jongeren die graag in deze
branche aan de slag willen. Jongens van allochtone afk omst, met een
vader die zelf is afgebeuld in die haven, gaan onder druk van die vader de
detailhandel in. Dat heeft status, vinden ze dan. Tot ze eind twinti g zijn
en erachter komen dat ze als operator bij ons veel meer kunnen
verdienen.’
Dus er is hoop?
‘Jazeker! De wil om te veranderen, zie ik steeds vaker. Alleen door die
verandering kunnen we het potenti eel aan arbeidskrachten vergroten.
Maar voor die omslag hebben we zeker vier tot vijf jaar nodig.’
Verklaar je nader…
‘De klachten van mensen met een burn-out hebben bijna nooit met de
inhoud van het werk te maken. Een ti jdje terug hebben wij een jongen
‘De jongere van nu vraagt wat anders
dan die in jaren 70 of 80’
JAN DIRK STOUTEN
VINCENT VAN DORDRECHT