6
Bathmen in Overijssel is wereldberoemd. In Nederland. Het verkeer op
de A1 komt ter hoogte van dit dorp regelmatig tot stilstand. Er wonen
nog geen 6.000 inwoners. Ooit was Jolanda Jansen één van hen. Als ze
erover vertelt, weerspiegelen haar ogen groene weilanden met grazende
koeien. ‘Maar ik kom niet echt van een boerderij. We hadden thuis wel
paarden, schapen en een paar koeien. Mijn familie had een aantal
slachterijen en vleesverwerkende bedrijven. En een aantal ooms en
tantes had wel boerderijen. Dus die sector, dat heb ik wel meegekregen.’
‘Tot m’n zestiende wilde ik veearts worden. Kennen jullie James Herriot
nog?’ Enigszins beschroomd moeten we dat bevestigen. Een
televisieserie uit een ander tijdperk, waarin het dagelijkse leven in een
veeartsenpraktijk op het Britse platteland in een duizelingwekkende
traagheid voorbij trok. ‘Daar was ik fan van. Tot de veearts die bij ons
voor de paarden kwam, me uitlegde dat de praktijk toch iets minder
romantisch was. Mijn man Wouter heeft pas alle dvd’s van die serie voor
me gekocht.’
Aan dit interview is een korte discussie met Jolanda voorafgegaan. Ze
wilde per se niet alleen op de foto op de cover van dit magazine, maar
met een aantal van haar collega’s. ‘Dat was een intuïtieve reactie. Maar ik
heb er later ook nog wel over nagedacht, hoor. Ik ben graag het gezicht
van Ahoy als het over de zakelijke inhoud gaat. Maar een voorpagina, van
een magazine als Friends in Business… Dan lijkt het net alsof het hier over
mij gaat. Dat is gewoon niet zo.’
Maar als hier het grootste indoortennistoernooi van de wereld wordt
georganiseerd, moet je toch ook weleens het podium op? ‘Niet als het
over het tennis gaat. Dan is Richard Krajicek ons gezicht. Zoals Michael
Zijlaard dat met Peter Schep voor de Zesdaagse is. En zo hoort het ook.
Richard is de toernooidirecteur en de Wimbledon-kampioen. Laat mij
maar vertellen over alle ontwikkelingen in het VIP-dorp of over het
entertainment rondom de baan. Dat vind ik ook echt leuk om te doen. En
ik heb me in het vertellen van dat verhaal ontwikkeld.’
Sportpaleis Ahoy, zoals de Ahoy Arena vroeger heette, maakt
onmiskenbaar deel uit van de cultuurhistorie van de stad. Een Rotterdams
icoon, met een schat aan individuele herinneringen in de harten van bijna
alle Rotterdammers. Formeel gezien is Ahoy een bedrijf, in handen van
drie aandeelhouders, van wie Jolanda Jansen er één is, en een gebouw
dat eigendom is van de gemeente Rotterdam. Maar naar de emotionele
maatstaven van de Rotterdammers geldt: Ahoy is van ons allemaal.
‘Mooi dat jullie dat zeggen! Ja, daar ben ik directeur van. Niet dat ik het
elke dag tegen mezelf in de spiegel zeg, maar ik ben me wel bewust van
die positie in de stad. Ahoy is groter dan wij. Het gevoel dat ik daar
dienstbaar aan ben, dat is wel sterk.’
Hoewel Ahoy al 50 jaar onlosmakelijk met het leven in Rotterdam is
verbonden, is het toch vooral een gebouw gebleven. De mensen komen
naar een evenement, de deur gaat achter ze dicht en daarna snel weer de
metro of de auto in. ‘Ja, pas de laatste jaren groeit de bewustwording dat
we ook actief onderdeel willen zijn van de stad én de buurt. Theater
Zuidplein, het Kunstenpand, het Zwemcentrum, het Hart van Zuid, daar
zijn we nu wel echt mee bezig. We hebben onze corporate story laten
inspreken door woordkunstenaar YMP. Dat is een jongen hier echt van
Zuid. Het Philharmonisch Orkest, over iconen van de stad gesproken,
heeft de muziek gecomponeerd voor de opkomst van de spelers bij het
tennistoernooi. Het Filmfestival bestaat in januari 2021 ook 50 jaar. Ja,
dan gaan we natuurlijk wel wat met elkaar doen.’
Op weg naar haar huidige positie legde Jolanda Jansen geen gebruikelijke
weg af, of het moet het klassieke verhaal zijn van een meisje dat in de
grote stad komt studeren en er nooit meer weg gaat. ‘Ik was 18, kwam
bedrijfskunde studeren. Sinds die tijd woon ik hier. Ik volgde het
specialisatievak agrarische economie. Daar zat van huis uit natuurlijk wel
belangstelling. Na die studie ben ik bij Cebeco Handelsraad begonnen.
Een land- en tuinbouworganisatie.’
‘En toen werd ik benaderd door RAI Amsterdam. Ze zochten een
beursmanager voor de LandbouwRAI. Dat voelde gelijk helemaal goed.
Aan de ene kant bedrijfskundig, aan de andere kant heel hands on. Je
moet sowieso een goed plan hebben, maar het succes toont zich op de
vloer. Ik hou van die energie, de dynamiek van de deadlines, dat het
gewoon klaar moet zijn als de deur open gaat. Daar stroomt m’n
adrenaline van. Nog steeds hoor! Doenerig werk! Dat past beter bij me
dan achter een bureau zitten om plannen te schrijven. En ik ben meer
generalist dan specialist.’
Na de RAI vervolgde Jolanda Jansen haar weg bij Ahoy in Rotterdam. Ze
begon met ‘eigen evenementen’ als de Wooning Zesdaagse en het ABN
AMRO World Tennis Tournament. Van daaruit maakte ze ‘een paar
stappen…’ In 2006 werd Jansen, na een management-buyout, mede-
eigenaar van de exploitatiemaatschappij Ahoy. ‘De gemeente was de
enige aandeelhouder, maar vroeg zich af of dat wel een goede situatie
was. Moeten we risico blijven dragen voor de grootste kroeg van
Rotterdam?’
De gemeente Rotterdam bleef wel eigenaar van het vastgoed van Ahoy,
zodat de functie daarvan voor de eeuwigheid geborgd is. Vijf werknemers
van Ahoy kochten de aandelen in de exploitatiemaatschappij van Ahoy.
Jansen was een van die vijf. ‘Een groot risico? Ja en nee. Het was een
forse investering. Maar het was financierbaar omdat we niet de stenen
kochten.’ Inmiddels is Ahoy eigendom van drie aandeelhouders:
meerderheidsaandeelhouder Jos van der Vegt, CFO Kitty van Dongen en
directeur Jolanda Jansen.
We zijn benieuwd wat Ahoy nu waard is. Dat moeten we vijf keer achter
elkaar vragen. Vijf keer geeft Jolanda antwoord op een vraag die we niet
stelden. ‘We zijn gezond. Geen schulden. 45 miljoen euro omzet. Geen
idee wat Ahoy waard is, we willen het toch niet verkopen.’
Momenteel realiseert Ahoy een kolossale aanbouw aan het gebouw dat
we allemaal kennen. Dat gebeurt weer in dezelfde constructie: de
gemeente bouwt het vastgoed, Ahoy betaalt de gemeente huur voor het
gebruik daarvan. ‘Maar alles wat met de inrichting van het gebouw te
maken heeft, investeren we zelf.’
‘Het nieuwe gebouw bestaat uit het Rotterdam Ahoy Convention Centre
(RACC) en RTM Stage. Ja, een nieuw label, om verwarring te voorkomen.
Als we nu zeggen Je staat in Ahoy, bedoelen we vaak de Ahoy Arena, maar
dat zeggen we er na 50 jaar niet meer bij. Dit is helemaal nieuw, dat gaan
we ook nieuw positioneren. De oplevering is in september van dit jaar.
Vanaf oktober kunnen we de eerste evenementen doen. Daar is al een
heel aantal van bevestigd.’