FIB NR128 2020 | Page 10

6 Bathmen in Overijssel is wereldberoemd. In Nederland. Het verkeer op de A1 komt ter hoogte van dit dorp regelmatig tot stilstand. Er wonen nog geen 6.000 inwoners. Ooit was Jolanda Jansen één van hen. Als ze erover vertelt, weerspiegelen haar ogen groene weilanden met grazende koeien. ‘Maar ik kom niet echt van een boerderij. We hadden thuis wel paarden, schapen en een paar koeien. Mijn familie had een aantal slachterijen en vleesverwerkende bedrijven. En een aantal ooms en tantes had wel boerderijen. Dus die sector, dat heb ik wel meegekregen.’ ‘Tot m’n zestiende wilde ik veearts worden. Kennen jullie James Herriot nog?’ Enigszins beschroomd moeten we dat bevestigen. Een televisieserie uit een ander tijdperk, waarin het dagelijkse leven in een veeartsenpraktijk op het Britse platteland in een duizelingwekkende traagheid voorbij trok. ‘Daar was ik fan van. Tot de veearts die bij ons voor de paarden kwam, me uitlegde dat de praktijk toch iets minder romantisch was. Mijn man Wouter heeft pas alle dvd’s van die serie voor me gekocht.’ Aan dit interview is een korte discussie met Jolanda voorafgegaan. Ze wilde per se niet alleen op de foto op de cover van dit magazine, maar met een aantal van haar collega’s. ‘Dat was een intuïtieve reactie. Maar ik heb er later ook nog wel over nagedacht, hoor. Ik ben graag het gezicht van Ahoy als het over de zakelijke inhoud gaat. Maar een voorpagina, van een magazine als Friends in Business… Dan lijkt het net alsof het hier over mij gaat. Dat is gewoon niet zo.’ Maar als hier het grootste indoortennistoernooi van de wereld wordt georganiseerd, moet je toch ook weleens het podium op? ‘Niet als het over het tennis gaat. Dan is Richard Krajicek ons gezicht. Zoals Michael Zijlaard dat met Peter Schep voor de Zesdaagse is. En zo hoort het ook. Richard is de toernooidirecteur en de Wimbledon-kampioen. Laat mij maar vertellen over alle ontwikkelingen in het VIP-dorp of over het entertainment rondom de baan. Dat vind ik ook echt leuk om te doen. En ik heb me in het vertellen van dat verhaal ontwikkeld.’ Sportpaleis Ahoy, zoals de Ahoy Arena vroeger heette, maakt onmiskenbaar deel uit van de cultuurhistorie van de stad. Een Rotterdams icoon, met een schat aan individuele herinneringen in de harten van bijna alle Rotterdammers. Formeel gezien is Ahoy een bedrijf, in handen van drie aandeelhouders, van wie Jolanda Jansen er één is, en een gebouw dat eigendom is van de gemeente Rotterdam. Maar naar de emotionele maatstaven van de Rotterdammers geldt: Ahoy is van ons allemaal. ‘Mooi dat jullie dat zeggen! Ja, daar ben ik directeur van. Niet dat ik het elke dag tegen mezelf in de spiegel zeg, maar ik ben me wel bewust van die positie in de stad. Ahoy is groter dan wij. Het gevoel dat ik daar dienstbaar aan ben, dat is wel sterk.’ Hoewel Ahoy al 50 jaar onlosmakelijk met het leven in Rotterdam is verbonden, is het toch vooral een gebouw gebleven. De mensen komen naar een evenement, de deur gaat achter ze dicht en daarna snel weer de metro of de auto in. ‘Ja, pas de laatste jaren groeit de bewustwording dat we ook actief onderdeel willen zijn van de stad én de buurt. Theater Zuidplein, het Kunstenpand, het Zwemcentrum, het Hart van Zuid, daar zijn we nu wel echt mee bezig. We hebben onze corporate story laten inspreken door woordkunstenaar YMP. Dat is een jongen hier echt van Zuid. Het Philharmonisch Orkest, over iconen van de stad gesproken, heeft de muziek gecomponeerd voor de opkomst van de spelers bij het tennistoernooi. Het Filmfestival bestaat in januari 2021 ook 50 jaar. Ja, dan gaan we natuurlijk wel wat met elkaar doen.’ Op weg naar haar huidige positie legde Jolanda Jansen geen gebruikelijke weg af, of het moet het klassieke verhaal zijn van een meisje dat in de grote stad komt studeren en er nooit meer weg gaat. ‘Ik was 18, kwam bedrijfskunde studeren. Sinds die tijd woon ik hier. Ik volgde het specialisatievak agrarische economie. Daar zat van huis uit natuurlijk wel belangstelling. Na die studie ben ik bij Cebeco Handelsraad begonnen. Een land- en tuinbouworganisatie.’ ‘En toen werd ik benaderd door RAI Amsterdam. Ze zochten een beursmanager voor de LandbouwRAI. Dat voelde gelijk helemaal goed. Aan de ene kant bedrijfskundig, aan de andere kant heel hands on. Je moet sowieso een goed plan hebben, maar het succes toont zich op de vloer. Ik hou van die energie, de dynamiek van de deadlines, dat het gewoon klaar moet zijn als de deur open gaat. Daar stroomt m’n adrenaline van. Nog steeds hoor! Doenerig werk! Dat past beter bij me dan achter een bureau zitten om plannen te schrijven. En ik ben meer generalist dan specialist.’ Na de RAI vervolgde Jolanda Jansen haar weg bij Ahoy in Rotterdam. Ze begon met ‘eigen evenementen’ als de Wooning Zesdaagse en het ABN AMRO World Tennis Tournament. Van daaruit maakte ze ‘een paar stappen…’ In 2006 werd Jansen, na een management-buyout, mede- eigenaar van de exploitatiemaatschappij Ahoy. ‘De gemeente was de enige aandeelhouder, maar vroeg zich af of dat wel een goede situatie was. Moeten we risico blijven dragen voor de grootste kroeg van Rotterdam?’ De gemeente Rotterdam bleef wel eigenaar van het vastgoed van Ahoy, zodat de functie daarvan voor de eeuwigheid geborgd is. Vijf werknemers van Ahoy kochten de aandelen in de exploitatiemaatschappij van Ahoy. Jansen was een van die vijf. ‘Een groot risico? Ja en nee. Het was een forse investering. Maar het was financierbaar omdat we niet de stenen kochten.’ Inmiddels is Ahoy eigendom van drie aandeelhouders: meerderheidsaandeelhouder Jos van der Vegt, CFO Kitty van Dongen en directeur Jolanda Jansen. We zijn benieuwd wat Ahoy nu waard is. Dat moeten we vijf keer achter elkaar vragen. Vijf keer geeft Jolanda antwoord op een vraag die we niet stelden. ‘We zijn gezond. Geen schulden. 45 miljoen euro omzet. Geen idee wat Ahoy waard is, we willen het toch niet verkopen.’ Momenteel realiseert Ahoy een kolossale aanbouw aan het gebouw dat we allemaal kennen. Dat gebeurt weer in dezelfde constructie: de gemeente bouwt het vastgoed, Ahoy betaalt de gemeente huur voor het gebruik daarvan. ‘Maar alles wat met de inrichting van het gebouw te maken heeft, investeren we zelf.’ ‘Het nieuwe gebouw bestaat uit het Rotterdam Ahoy Convention Centre (RACC) en RTM Stage. Ja, een nieuw label, om verwarring te voorkomen. Als we nu zeggen Je staat in Ahoy, bedoelen we vaak de Ahoy Arena, maar dat zeggen we er na 50 jaar niet meer bij. Dit is helemaal nieuw, dat gaan we ook nieuw positioneren. De oplevering is in september van dit jaar. Vanaf oktober kunnen we de eerste evenementen doen. Daar is al een heel aantal van bevestigd.’