FIB NR128 2020 | Page 91

87 ‘Het gevoel dat je na zoiets vreselijks niet alleen staat, heeft ons enorm goed gedaan’ Zondag als altijd Zondag 16 februari 2020 is een zondag als alti jd. Kaat Mossel is dicht, maar toch zijn Ron en Marie-Claire aanwezig. Marie-Claire doet de administrati e, Ron hangt twee nieuwe elektrische handendrogers op in de toilett en, ruimt op en haalt de was uit de droger. Het is hun wekelijkse ritueel; de enige dag dat de zaak niet afgeladen vol zit, is ideaal voor kleine klusjes. Om kwart voor drie sluiten ze de zaak af. Lichten uit, alarm erop, deur op slot. Ruim op ti jd voor de aft rap van PEC Zwolle- Feyenoord. Waar rook is, is vuur Nagenietend van de late 3-4 overwinning zitt en Ron, Marie-Claire en hun twee zoons die zondagavond aan tafel. Dan wordt Ron plotseling gebeld. Om 19.03 uur, een ti jdsti p dat hij nooit meer zal vergeten. ‘De alarmcentrale, met de mededeling dat er een inbraakalarm afging’, vertelt Ron. ‘Dat vond ik gek, want ik had alles gecheckt. Ik probeerde via mijn app de beveiligingscamera’s te checken, maar die gaven geen beeld. Toen belden de buren van Kaat: We zien rook uit de schoorsteen komen. Ik wist meteen: dit is helemaal fout.’ gedroogd – Ron heeft ‘m die zondagmiddag zelf uit de droger gehaald – maar achtergebleven residu in de doek zorgde, in combinati e met de ‘juiste’ omstandigheden zoals het zuurstofgehalte, voor ontbranding. Malen Pas als dat duidelijk is en tevens blijkt dat de zaak goed verzekerd was, komen Ron en Marie-Claire langzaam tot rust. ‘Daarvóór was ik alleen maar aan het malen. Heb ik iets over het hoofd gezien?’ zegt Ron. ‘Nu weten we dat niemand dit had kunnen voorkomen. Het is enorm zuur, want na een ti jdje zoeken hadden we de werkwijze in de nieuwe keuken helemaal onder de knie en stond er een perfect ingespeeld team. En dan gebeurt zoiets…’ Streepje voor Waar woede, onbegrip en verdriet de eerste dagen om voorrang vechten, blijkt strijdbaarheid uiteindelijk de sterkste emoti e. Ron: ‘Al snel ben ik dingen gaan regelen. Aannemers zoeken, in gesprek met de keukenleverancier. We hebben het enorm druk, maar jullie hebben een streepje voor, zeiden ze stuk voor stuk. Hartverwarmend.’ Slechte horrorfilm Niet alleen Ron en Marie-Claire springen direct in de auto. Met 180 kilometer per uur racen ze door rode stoplichten vanuit Capelle aan den IJssel richti ng de Admiraliteitskade. Als ze aankomen, is het al te laat. De straat is afgesloten, een hoogwerker van de brandweer gaat net de lucht in. ‘Vanaf dat moment beland je in een heel slechte horrorfi lm’, zegt Ron, die al sinds 1993 bij Kaat Mossel werkt en in 2008 de zaak overnam van Joop Zijlaard. Met Marie-Claire aan zijn zijde ziet hij twaalf jaar van hun leven in een uur afb randen. Marie-Claire: ‘We hebben zóveel steunbetuigingen gehad. Vaste klanten, leveranciers, Feyenoorders Cor Pot en John de Wolf, Gouden Mossel- winnaars zoals Lee Towers, die ons ontdaan opbelde… Maar ook collega’s van Abel en Amarone, die eveneens een brand hebben meegemaakt en ons goede prakti sche ti ps gaven. In de straat konden we terecht bij andere ondernemers, die ons met van alles hielpen. Het gevoel dat je na zoiets vreselijks niet alleen staat, heeft ons enorm goed gedaan.’ Opgestaan Samen janken ‘Onze medewerkers kwamen ook al snel’, vertelt Marie-Claire. ‘Samen hebben we staan kijken hoe de brand werd geblust. En staan janken. We wisten niet waar we het zoeken moesten. We hebben zo’n hecht team, werken al zo lang en fi jn samen. Het is voor iedereen een tweede thuis, we zijn hier lett erlijk vaker dan thuis. Iedereen voelde zich in zijn hart getroff en.’ Schoonmaakdoek Total loss, is de conclusie. Opslag en keuken zijn totaal verwoest, het restaurant heeft enorme roetschade. Na onderzoek blijkt een chemische reacti e in een schoonmaakdoek de oorzaak. De doek was al gewassen én BAS ABRESCH Ron: ‘Het geheim van ons jarenlange succes was om niet te veel te veranderen. Niet op de kaart en niet in de uitstraling van de zaak. Nu moeten we noodgedwongen alles opnieuw opbouwen, maar ons doel is om die huiskamersfeer terug te brengen. Hopelijk met een aantal items die we hebben kunnen redden. Wanneer we weer opengaan, is lasti g te zeggen. We mikken op mei. We denken wel na over hoe we in de tussenti jd toch nog van ons kunnen laten horen. Bijvoorbeeld in samenwerking met andere horecabedrijven of met een mosselparty bij ons op de kade. We waren even uitgeteld, maar zijn weer opgestaan. En ik weet zeker dat we alleen maar sterker terugkomen.’ JEFFREY DE REGT