FIB NR1 2019 FIB_NR1_19_COMPLEET | Page 40

36 Als je aan de zijde van ’s lands grootste wielerheld ooit de Mont Ventoux hebt mogen beklimmen, is er geen weg meer terug. Het blijkt eens te meer tijdens de beklimming van de Kale Berg als ik moet pissen en Joop doodleuk doorfietst waar ik had verwacht dat hij wel eventjes op me zou wachten. Tot mijn genoegen ging achter Joops goedmoedigheid een onverwachte eigengereidheid schuil. Ter voorbereiding op mijn ontmoeting met Joop las ik ademloos zijn onvolprezen biografie Een Open Boek waarin ik begreep dat Joop als kopman zelden opdrachten gaf. tot kunstvorm verheven. In de beginjaren van zijn carrière werkte hij ‘naast zijn fiets’ als boer, timmerman en als onderhoudsmonteur in de fabriek van zijn oom. Zijn overwinningen vierde hij die jaren veelal alleen, omdat zijn ouders aardappelen moesten rooien. Tijdens de meest succesvolle jaren van zijn wielerloopbaan ging het hem op privéterrein bepaald niet voor de wind, maar niets of niemand weerhield hem ervan te koersen. Er was geen arbodienst, geen GAK of UWV die Joop Zoetemelk bijstond. ‘De meeste renners koersen om te kunnen leven, Joop leeft om te kunnen koersen’, sprak vijfvoudig Tourwinnaar Jacques Anquetil ooit over onze held wiens favoriete boek, hoe kan het anders, het Rondeboek was. Zelfredzaamheid, loyaliteit, bescheidenheid, opofferingsgezindheid en een grote liefde voor het métier zijn ankerpunten die ik eveneens herken bij de tal van Rotterdamse ondernemers die ik heb mogen interviewen. Daarmee gaan ze dwars tegen de richting in die de moderne tijd ons oplegt: eigenliefde eerst, persoonlijke rijkdom op twee en een bronzen medaille voor verwaandheid. ‘Ik legde inderdaad veel verantwoordelijkheid bij de jongens neer’, zo legde hij uit in de Avondetappe, ‘ze moesten zélf nadenken… zélf de koers lezen… onderling communiceren… en als ze dat niet konden of wilden, waren ze gewoon niet goed genoeg…’ Als trotse redacteur van Friends in Business tekende ik woorden van gelijke strekking uit de mond van menig Rotterdamse ondernemer op. Negen van de tien waren self-made men die met niets waren begonnen en met iets wilden eindigen. Een iets dat uiteindelijk hun levenswerk moest worden. Receptuur? Gruwelijk hard werken, een eigenheimer durven zijn en teleurstellingen kunnen verdragen. Motivatie halen zij uit een sacrale bevlogenheid die van hogerhand moet zijn ingegeven. Het blijft een hardnekkig misverstand, maar ondernemers die het uiterste van zichzelf verlangen doen dit a priori ter meerdere glorie van hun bedrijf, niet van zichzelf. In aanloop naar de beklimming van de Mont Ventoux trok ik dagen achtereen met Joop en diens Franse vrouw Dany op. Uit anekdotes bleek hoe verrassend vaak hij ten overstaan van hoogwaardigheidsbekleders regels en protocollen in de wind had geslagen. Per definitie weet iedere wielrenner uit welke hoek de wind waait, ook in spreekwoordelijke zin. Zoals de reeds aangehaalde self-made men had ook Joop zelfopoffering Wij, gewone stervelingen van vlees, bloed, zweet, haar, haarstukjes, onverdraagzaamheid en jaloezie, hebben sporthelden nodig om de tragiek van het dagelijkse leven te kunnen trotseren. Dood, gemis, pijn en verdriet worden voor een moment vergeten als sporthelden hun pijn opofferen in ruil voor onze verering. Bij een bescheiden, eigengereid karakter hoort echter ook een gezonde mate van rebellie, maar alleen als een opdracht van hogerhand geen zin heeft. Recalcitrantie moet een middel blijven, nooit een doel op zich. Illustratief voor het Spookrijderskarakter van Joop is de anekdote uit Olympia’s Tour van 1969… ‘Herman Krott, een Amsterdammer, was mijn ploegleider. Hij wilde per se dat zijn kopman Fedor den Hertog de laatste etappe naar Amsterdam – en daarmee Olympia’s Tour – zou winnen. Alleen miste Den Hertog de beslissende slag, maar ik niet. Komt Krott naast me rijden en zegt ie: “Je moet op Fedor wachten, hij is het best geklasseerd.” Antwoord ik: “Als ik hem toch moet halen, kan ik hem beter tegemoet rijden, anders duurt het nog langer.” Tot ieders stomme verbazing ben ik rechtsomkeert gegaan en ben ik in tegengestelde richting naar het peloton gereden hahaha…’ We zijn boven op de top van de Mont Ventoux. Voor een Spookrijder pur sang slecht nieuws: als je aan de zijde van ’s lands grootste wielerheld ooit de Mont Ventoux hebt mogen beklimmen, is er geen weg meer terug. Zelfs niet in tegengestelde richting.