50
ZELDZAAM GESPREK MET DE OUDE MEESTER BRAM LADAGE EN ZIJN OPVOLGERS
PATAT-DNA ALS MISSIE
Even een Brammetje halen bij Bram Ladage. Het zijn household names geworden in de 50 jaar dat de, van origine Rotterdamse, frietketen inmiddels bestaat. Je zou bijna vergeten dat de gelijknamige oprichter nog gewoon in leven is en zelfs regelmatig incognito plaatsneemt in de rij voor één van zijn winkels.
Interviews geeft Bram( 68) zelden, maar voor een terugblik op het gouden jubileumjaar in Friends in Business maakt hij graag een uitzondering. Zijn opvolgers, zoon Wesley( 40) en neef Rocco( 51) schuiven ook aan.‘ Het doorvoeren van ons Patat-DNA is onze hoofdmissie.’
Jullie verkopen Brammetjes alsof het een kleine versie van uzelf betreft. Een gekke gewaarwording, lijkt me. Bram:‘ En dan te bedenken dat ik dat niet eens zelf bedacht heb. Onze klanten kwamen daarmee aanzetten, vervolgens ging het van mond op mond en inmiddels weten we niet beter. Toen we zagen dat die benaming goed werkte, hebben we het geadopteerd waarna mijn zoon en neef het verder uitbouwden. Bij de Burger King haal je een Whopper, bij de Mc Donalds een Big Mac en bij ons een kleine, middelgrote of grote Bram.’
Oudere generaties kennen u nog uit de beginjaren op de markt maar hoe zit dat met de jongeren van nu? Bram:‘ Die weten soms niet eens dat Bram Ladage ook echt een persoon is. Zo nu en dan ga ik incognito in de rij bij één van mijn winkels staan en dan is het wachten tot een medewerker achter de balie mij in de gaten krijgt. Dan zie ik ze fluisteren: Bram staat voor de kraam. Ik geef nooit op- of aanmerkingen op de manier van werken, tenzij ze het extreem goed of extreem slecht doen. Dan laat ik wel eventjes van me horen. Ik vind het altijd heel belangrijk dat verkoopmedewerkers oog houden voor het publiek dat voor hen staat. Dus niet met elkaar gaan staan praten maar de mensen bedienen. Ook keihard ingaan tegen mensen met een andere mening is uit den boze. Dat heeft geen enkele zin. Als iemand denkt dat hij of zij aan de beurt is en ze beginnen dat echt te schreeuwen, nou, dan zijn ze toch aan de beurt. Simpel.’
En dat terwijl u zelf ooit luidkeels begonnen bent Bram:‘ Dat moest ook wel, want ik wilde in 1967 mijn plekje op de markt veroveren, naast de op dat moment al bestaande frietkramen. Dat betekende dus boven het geluid van de bloemenman uit proberen te komen die op zijn beurt z’ n rozen en tulpen aan de man probeerde te brengen. Daarnaast probeerde ik er altijd wel een beetje theater van te maken, want ook dat is Bram Ladage. Servetjes als een slinger ophangen en een stuk of 25 kroketten en frikadellen opstapelen tot een torentje, dan leek het tenminste nog wat. In mijn eerste week eindigde ik’ s avonds steeds met maar een gulden of achttien, totdat de omzet na een paar weken zodanig steeg dat ik eindelijk winst maakte.’