FIB NR1 2018 ONLINE FIB NR1-2018 | Page 24

22
AAN DE KOFFIE MET IVO

‘ VOETBALLERS HEBBEN NOG GEZAG EN INVLOED’

In elke editie van Friends in Business bespreekt Ivo Opstelten Rotterdamse zaken die hem verbazen, inspireren of anderszins bezig houden. Telkens met een kop koffie op tafel en hoofdredacteurdirecteur Jan Dirk Stouten als gesprekspartner. Plaats van handeling was dit keer The Park, het restaurant van het Bilderberg Parkhotel dat onlangs werd bekroond met een Bib Gourmand.
Het gesprek begint bij de waarneming van een bekende Rotterdamse vastgoedondernemer: hij ziet te weinig bouwkranen in de stad!‘ Ja, dat zie ik ook. Maar het college heeft nu de bouw van 50.000 woningen aangekondigd. In de stad. Daar ben ik het erg mee eens. Stedelijke verdichting. We hebben die skyline. Mooi als je naar boven kijkt. Maar je moet ook wel naar beneden blijven kijken …’
Waarom is dat zo belangrijk?‘ Ten eerste: we móeten bouwen voor jonge mensen met jonge kinderen die in een fijne wijk willen wonen en leven. Het is ongelofelijk belangrijk om die mensen in de stad te houden. Bovendien is dit een prachtige kans voor het gemeentebestuur om de rijen te sluiten met de woningcorporaties, de projectontwikkelaars en de bouwers.’
En dan krijgen we ook Feyenoord City …‘ Dat spreekt me zeer aan. Het is een enorme impuls voor de club en zeker voor Rotterdam-Zuid. Het sporten, het bewegen, het sociaal-culturele element, dat klinkt misschien een beetje soft in die harde wereld daar, maar het is echt belangrijk om de mensen van Zuid te activeren. Daar is Feyenoord natuurlijk heel belangrijk in, net zoals Sparta en Excelsior dat zijn in hún delen van de stad. De betaald voetballers zijn de rolmodellen van deze tijd. Zij hebben nog gezag en invloed. Daar luisteren die kinderen naar.’
Er is een punt dat regelmatig terugkomt in onze gesprekken: de samenstelling van de gemeenteraad.‘ Je moet voorkomen dat de gemeenteraad straks alleen nog bestaat uit mensen met een ambtelijke achtergrond of die nooit iets anders hebben gedaan dan de politiek. Ik ben een liberaal. Ik mis gewoon de echte ondernemers, die zelf risico’ s hebben genomen, hun eigen geld verdienen. Bij mijn partij, de VVD, is dat nu wel gelukt. Vincent Karremans, een jonge ondernemer, is onze lijsttrekker bij de gemeenteraadsverkiezingen van volgend jaar. Hij is al op jonge leeftijd een bedrijf begonnen dat goed loopt en nu wil hij graag iets voor de stad doen. Goeie vent! Die kan de moeilijke debatten aan die we in de komende jaren gaan voeren.’
Het valt nog niet mee om gemeenteraadslid te zijn … Het besturen van een grote stad wordt steeds ingewikkelder. Met name financiële expertise wordt belangrijker.‘ Ja, dat klopt wel, maar ik ga dat laatste toch nuanceren. Het gaat mij om de mensen met ervaring in de samenleving. Niet alleen ondernemers, maar bijvoorbeeld ook mensen uit de sport, kunst en cultuur. Waarom geen sportvrouw of kunstenaar in de gemeenteraad?’
Wat moet je dan écht wel kunnen?‘ De kunst van een politicus is zeggen wat je wilt en dan dúrven kiezen. Als je dat hebt gedaan, kan de ambtelijke organisatie je wel voeden met informatie over hoe dat moet. Als je 50.000 huizen wilt bouwen, spreek dat dan uit, zoek de samenwerking, bepaal de kaders, timmer daarmee aan de weg en laat de professionals aangeven wáár dan welke huizen moeten worden gebouwd.’
Zelf heeft u ook uw hele leven in de politiek gewerkt …‘ Mijn vader was bankier. Hij zei:“ Ga nou voor alle zekerheid nog een stage lopen bij de bank.” Dat heb ik trouw gedaan. Drie maanden en toen ben ik verheugd naar hem toegegaan met de mededeling dat ik mijn leven niet ging wijden aan zulk eenvoudig werk als hij deed, haha. Bankieren of zeep verkopen, wat is daar nou moeilijk aan? Als je dan ziet wat je als burgemeester allemaal moet doen: dan gaat het over sport, dan weer over onderwijs, je moet naar het buitenland, iemand in nood helpen of een boef pakken. Never a dull moment.’
Dus dat was gelijk geregeld …‘ Nou … Eerst kwamen er nog mensen die zeiden dat ik beter voor de buitenlandse dienst kon gaan. Die vonden dat ik heel geschikt was om ambassadeur te worden. Daar ben ik toen over gaan praten. In Den Haag. Veel tijdens de lunch. Steeds drie of vier gangen, dat vond ik prettig. Maar m’ n hart lag toch bij het binnenlands bestuur. En ik heb een mooie tijd gehad. Ik heb genoten. Ja, je doet ook wel eens wat fout. Maar in Rotterdam wijzen ze je daar wel op hoor. Dat kan je bijna niet ontgaan …’
JAN DIRK STOUTEN / FRANK VIJG FERDY COLLEWIJN