FIB NR1 2017 | Page 95

93

30 JAAR FRIENDS IN BUSINESS

DE DOCHTER VAN STAN LAUREL BRENGT GRONDLEGGER JAN D. SWART OP EEN IDEE

Jan D. Swart is inmiddels 71. Hij baarde véél meer bladen, maar omdat dit glossyplatform zijn eerste was, bleef hij er als columnist aan verbonden. In dit jubileumjaar kijken we terug op de geschiedenis. In de eerste twee edities met de grondlegger zelf. We reden ervoor naar zijn verborgen schrijvershuis in het Zeeuwse Westerschouwen.
Ver weg van Rotterdam …‘ Nee hoor. Precies een uur. Mijn vrouw wil altijd de saaie route via Zierikzee. Maar dat is de duurste van Nederland, met tien gereformeerde flitspalen. Daarom prefereer ik de Brouwersdam, Ouddorp, Goedereede, Van Brienenoordbrug. Bovendien is dat elke keer weer een sentimental journey.’
Verklaar …‘ In Haamstede ligt mijn dierbare jeugdvriend Hennie den Ouden begraven. Aanvoerder van Neptunus. Slechts 44 jaar geworden. Met hem begon ik hem mijn eerste blad: de Mini-krant, over het Mini-voetbal van de NCRV in Ahoy’. In Ouddorp had Guus Brox, de oud-manager van Feyenoord, een vakantiehuisje. Daar hebben we in 1977 zijn memoires geschreven. Twee kilometer verder is het in Goedereede nog steeds 1880 en af en toe ontmoet ik daar Ineke Laseroms, omdat haar zus er woont. De zussen Van Gool bijeen, dat is West Kruiskade-lol uit de zestiger jaren.’
Dan ben je er al bijna …‘ Ja, bij de afslag Rockanje denk ik dan nog aan Ger van Welsenes, de oud-directeur van Opel Nederland, die ik interviewde voor Playboy over zijn dienstplichttijd in voormalig Nederlands Indië. In zijn tuin zongen Fred Blankemeijer en Simon Tahamata duetten. En op de A15 passeer ik de volledige historie van alle ouwe adverteerders van FRIENDS IN BUSINESS.’
Zoals?‘ Cees Monden, die vooral. Joop Booy. Hans Baas. John van Dijk. Bij Rhoon moet ik altijd aan Herman Verhagen en zijn hijskranen denken. 30 jaar geleden was een Rotterdams zakenblad dat er gelikt uitzag zó nieuw dat iedereen er bij wilde horen.’
Wat voor verhalen leverde dat op?‘ Journalistiek stond de haven centraal, maar ik kende eigenlijk maar vier beroepen: tallymannen, botenbazen, douaniers en smokkelaars. Die kwamen vanaf 1962 bijeen in’ t Fust om gierend van de lach de buit te verdelen. De eerste jaren van het magazine heb ik alleen maar genoten van mooie levensverhalen.“ Mooie formule”, zei een keer iemand, maar ik had nog nooit over een formule nagedacht. Erik de Jong, die het blad vorm gaf, werd gek van me, want ik wilde elk wit stukje benutten voor tekst.’
Grote redactie?‘ Eén man. Ik. Maar wel aansprekende columnisten als André van der Louw, Bram Peper en Koos Postema. De acteur Pieter Lutz ging alle restaurants af met de opdracht kritisch te dineren, maar hij vond alles overal lekker. Later bleek dat hij bij iedereen een gratis jaarkaart kreeg. Leuke man! En Rob Vente deed met een flikkerstrikje om de netwerkpampering. Rob ging graag op de foto.’
Het startnummer was gelinkt aan Feyenoord...‘ Historisch verhaal! Ik kom bij de Zesdaagse Sjaak Troost tegen. Die liep bijtijds na te denken over de tijd na de voetballerij. Dat viel allemaal samen met de start van de Vrienden van Feyenoord, een kartel geslaagde zakenjongens. Jorien van den Herik was hun eerste voorzitter. Sjaak zag daarin een perfecte combinatie. Het blad moest hun visitekaartje worden. Afijn, Swindak was de eerste adverteerder en Jorien meteen ook de eerste hoofdredacteur. Vandaar de startcover met Keje Molenaar, bedacht door Peter van Holland, een vriend van Coen Moulijn. Maar er was zoveel hommeles en zoveel afgunst bij de elite van Feyenoord, dat ik tegen Sjaak zei:“ Daar kappen we mee.”“ Jorien vind je het erg?”“ Nee. Groot gelijk!” Weg dus met die beklemming. In no time heette het magazine gewoon FRIENDS IN BUSINESS / Rotterdam.’
Waar kwam het idee voor het blad vandaan?‘ Uit Amerika. Ik was als kind mesjogge van Laurel & Hardy en via de wereldwijde fanclub op z’ n janboerenfluitjes-Engels gaan corresponderen met de weduwe van Oliver Hardy. Een schat van een vrouw. Tot ze niet meer terugschreef. Dood. Als kind hoor je dat dan pas een jaar later. Toen bleef Lois Laurel, de dochter van Stan, over voor een herstart. Eén antwoord in twee jaar, maar goed...'