FIB NR1 2017 | Page 30

28
Familiebedrijven presteren beduidend beter dan vergelijkbare niet-familiebedrijven , zeker zolang er een familielid daadwerkelijk de onderneming leidt . Dat is de uitkomst van een onderzoek van Erasmus Centre of Family Business , BDO en de Rabobank . De financiële waarde van familiebedrijven ligt gemiddeld zeven procent hoger ; de rentabiliteit zelf zestien procent gemiddeld .
Albert : ‘ Ik denk van mezelf behoorlijk goed te weten wat ik wel kan en wat níet . Ik kan strategisch denken , een toekomstvisie formuleren , snel schakelen , snel beslissen . Maar er is ook genoeg waarvoor ik goede mensen om me heen moet verzamelen . Zo brengt Sabine nu lijn in onze personeelszaken , een strategisch beleid . En communicatie … Ja , dan gingen we als techneuten bij elkaar zitten om een foldertje te maken . Dat wordt onder leiding van Vera nu snel beter .’
Vera : ‘ Dat geldt ook voor de interne communicatie . Die grote strategische veranderingen waar Albert het over heeft , gingen in het verleden vooral op onderbuikgevoel , op impliciete strategieën . Tegenwoordig wordt dat veel beter onderbouwd en door veel meer mensen gedragen . En jonge mensen die hier binnenkomen , willen gewoon echt weten hoe het zit .’
Sabine : ‘ Ja , die moet je boeien en binden . Ruimte geven . Verantwoordelijkheden delen . Dat zie je bijvoorbeeld terug in de verantwoordelijkheden die wij onze zelfsturende projectteams meegeven : de hele uitvoering , van A tot Z : inkoop , engineering , nazorg , noem maar op .’
Albert : ‘ Dat is ook mooi voor jonge mensen . Die denken toch al snel dat veel ze veel kunnen … Hier kom je er snel genoeg achter of dat echt zo is .’
Sabine : ‘ Mensen werken bij ons echt zelfstandiger dan in vergelijkbare functies in andere bedrijven . En we investeren in onze mensen . Binnenkort gaan we van start met de A . de Jong Academy . Om onze eigen mensen te voorzien van kennis en uitdaging . Heel breed dus , van talentontwikkeling tot vakgerichte bijscholing .’
Vera : ‘ Dat heeft ook te maken met onze ervaring dat de opleidingen op scholen en universiteiten niet goed aansluiten op wat er hier wordt gevraagd . Als we niets doen , wordt dat gat eerder groter dan kleiner .’
Sabine : ‘ En we hebben de uitdaging om veel meer mensen te interesseren voor de techniek . Onze sector heeft toch nog een beetje het imago van vervuilers en van heel zwaar werk . En van : dat is voor mannen . Dus laten we op beurzen , scholen , universiteiten zien dat de werkelijkheid heel anders is . En we nodigen ook regelmatig studenten en scholieren uit die dan zelf zien dat het hier geen smeerboel is .’
Vera : ‘ We zijn juist volop bezig met het verminderen van de milieuproblematiek . Onze brandersystemen zijn voor grote industriële toepassingen . Daar zijn we wereldmarktleider mee . Alle raffinaderijen die je in de Botlek ziet , hebben onze branders . Dat is een milieu-gedreven product . Er wordt geconcurreerd op emissies . Er zit een team van zes mensen op Research & Development die dat alsmaar beter maken . We reduceren de CO 2
-uitstoot nu al met 1.200 kiloton per jaar . Dat zegt jou niks , maar dat is evenveel als de
CO 2
-uitstoot van een stad als Arnhem met 150.000 inwoners . De volgende stap is de verwerking van biomassa als groene grondstof . In dat verband zijn we met een paar baanbrekende projecten bezig . Ook dat is maatschappelijk verantwoord ondernemen …’
Albert : ‘ Daarmee is onze toekomst op de hoofdlijn wel geschetst . Twee productgroepen : brandertechniek en installatietechniek . En vijf dochterondernemingen , met binnenkort een zesde in het oosten van de Randstad , want we moeten dichter in de buurt van onze business zitten . Door al dat verkeer kunnen we vanuit Schiedam nauwelijks meer een project uitvoeren in Utrecht . Je loopt leeg op die reisuren . Bovendien krijgen die mensen thuis problemen doordat ze veel te lange dagen maken . En we belasten het verkeersnet , terwijl we juist duurzaamheid nastreven .’
Albert : ‘ Naast die twee productgroepen zijn we continu bezig producten aan ons portfolio toe te voegen . Daar ben ik zelf ook veel mee bezig . Veel contacten met start-ups . Die studenten zijn zo veel ondernemender dan in mijn tijd op de universiteit . Prachtig vind ik dat .’