FIB NR1 2017 | Page 25

23
We denken dit jaar te groeien van 85.000 naar 100.000 verkochte Quookers. Maar dat zijn ook wel 15.000 facturen erbij, 15.000 extra transportbewegingen, enzovoort. Dat legt best wel druk op de mensen die het altijd maar moeten doen.
Wat ik persoonlijk wel zwaarder vindt, is na een lange werkdag zakelijk met mensen uit eten gaan. Zwaarder dan gewoon werken en wat later thuis zijn. Volgens mij heeft het ook niet zo veel nut. Ik heb wel voorbeelden dat het ergens toe heeft geleid, maar met wie moet ik nou uit eten om te zorgen dat het daarna wel lekker loopt? En ik heb er ook minder mee, zo’ n etentje in Parkheuvel. Ik ga liever naar Excelsior.
Onze oudste broer Paul werkt hier ook. Die doet octrooien. En we hebben drie zussen. Die zijn ook voor een stukje eigenaar, maar bemoeien zich er verder niet mee. We hebben één keer per jaar een aandeelhoudersvergadering. Dan laten Niels en ik wat cijfers zien en daarna gaan we lekker eten. Elk jaar een dividendje, iedereen happy. Ja, dat is ook bijzonder. Je beseft toch altijd dat deze hele onderneming is begonnen met die uitvinding van onze vader. Maar het is ook weer heel gewoon, met je broers en zussen om de eettafel.
Mijn moeder is op 14 november overleden … Ja … 92 jaar. Mijn vader heeft het grote succes, voor mijn gevoel, te beperkt meegemaakt, maar zij was er in volle glorie bij. Ja, zij heeft een belangrijke rol gespeeld. Mijn vader kwam op een dag thuis en zei dat hij zijn top-baan bij wereldconcern Unilever ging opgeven om uitvinder te worden. Gewoon thuis, in de kelder. Toen was hij 52. Met zes kinderen, van wie er vier studeerden.
Ze was niet erg enthousiast over het idee. Later zei ze:“ Maar het kwam nou eenmaal in mijn leven, dus ik moest er maar mee om zien te gaan.” Kijk, het wordt nou gelijk wel heel persoonlijk, maar mijn ouders, dat was niet het klassieke beeld van toen. Mijn moeder heeft altijd haar eigen leven gehad. Les gegeven in klassieke talen. Sterker nog, op een gegeven moment verdiende ze substantieel mee om alles draaiende te houden. Een zelfstandige vrouw die echt niet alleen maar zat toe te kijken van: wat gaat m’ n man nou weer doen?
Ik herinner me het ook niet als iets groots. Ik was zeven jaar, we waren aan het voetballen in de tuin. En m’ n vader was eerst bij Unilever en later uitvinder in de kelder. Meer was het eigenlijk niet. We zijn ook nooit verhuisd of zo. Alleen leefden we heel zuinig, maar volgens mij was dat ook al zo in de tijd dat er wel veel geld was. De naoorlogse generatie hè. Wij gingen één keer per jaar uit eten. Dat was het.
Ik denk wel dat m’ n vader het in het begin luchtig heeft gebracht. Zo van: dat gaan we wel even doen. Dat wordt niet zo vaak verteld, maar in eerste instantie was zijn idee om het concept te bedenken en het dan te verkopen. Hij is ermee naar de grootste boilerfabrikant ter wereld gegaan. In 1970.“ Kom maar eens terug als je er 1.000 hebt gemaakt”, zeiden ze. Daar was hij verbaasd over … Hij heeft er altijd heilig in geloofd.
Weet je wat het gekke is? Het is nog steeds heel moeilijk te verkopen. Hoezo? Nou, mensen zien er in eerste instantie het nut niet van in. Heb jij een Quooker thuis? Nee? Zie je wel! Als jij‘ m zo fantastisch zou vinden, had je me allang gebeld. De positieve kant daarvan is dat ons product nog niet nagemaakt wordt. Dat heeft ook wel met een aantal octrooien te maken, maar volgens mij is belangrijker dat het nog steeds moeilijk te verkopen is. Klinkt dat raar? Ga jij het maar doen dan, ik wens je veel succes!
Ik ben al sinds 2008 bezig om in Duitsland door te breken. Dat lijkt me echt fantastisch. In het hart van Europa, het land van Siemens en Miele een echt substantiële partij te worden. Dat is voor ons heel belangrijk nu. Ja, wat denk je zelf? Daar zit ik natuurlijk zelf helemaal in. Net weer drie dagen op een beurs gestaan. Ik zou echt niet weten hoe ik mijn tijd beter zou kunnen besteden.
Er is ons al heel vaak verteld dat we het veel groter moeten aanpakken. Grote, dure campagnes. Dat zouden we natuurlijk best kunnen lijden. Maar vergeet het maar! Zo gaat het gewoon niet. Dit is een gevecht van keukentje naar keukentje, van straat tot straat, van keukenverkoper naar keukenverkoper.