FIB NR1 2017 | Page 48

46
VAN STUDENT-CHAUFFEUR TOT ONDERNEMER

‘ BEDRIJVEN RAKEN VASTGEROEST DOOR LANGE DIENSTVERBANDEN’

Misschien hebben ze uw auto ooit geparkeerd als valets bij The Harbour Club Rotterdam. Dat werk doen ze nog wel eens, maar nu leiden Roland van Pelt( 30) en Leonard de Lange( 28) hun eigen uitzendorganisatie: FlexxGroup BV.
Ze leerden elkaar kennen als student-chauffeur bij hetzelfde uitzendbureau. De persoonlijke klik was er direct en ook zakelijk zaten Leonard en Roland op één lijn. Al snel deden ze binnen het uitzendbureau meer dan chaufferen alleen. Ze stuurden projecten aan, namen rijtesten af, voerden sollicitatiegesprekken en traden op als accountmanager.
Eigen plan trekken‘ Na een paar jaar werden we directeur van een nevenvestiging in het Worldhotel Wings’, vertelt Leonard.‘ Vorig jaar namen we de bedrijfsactiviteiten over van de hoofdvestiging van het uitzendbureau. In goed overleg met de voormalige directie. Zij hebben ons in alle facetten van het ondernemen geholpen. Op een gegeven moment voel je dat de tijd rijp is om je eigen plan te trekken.’
The Harbour Club: bedrijfskantine van Rotterdam De FlexxGroup bestaat uit drie onderdelen: Flexx Mobility( chauffeursdiensten), Flexx Talent Uitzendbureau en Flexx Event & Traffic Support. Elke dag zetten Roland en Leonard vele enthousiaste en gemotiveerde uitzendkrachten aan het werk.‘ Roland en ik doen nog steeds af en toe valet-parking bij The Harbour Club. Gewoon, omdat we het leuk vinden. Maar ook vanwege het netwerk. Het is daar echt de bedrijfskantine van Rotterdam. En soms springen we zelf ook in de auto om te chaufferen. Zoals die keer dat een klant mij op zondagochtend om 6.00 uur wakker belde, omdat hij met spoed naar Schiphol moest.’
Flexibilisering: de toekomst? Alle vaste contracten omvormen tot contracten van maximaal vijf jaar, is dat een goed idee?‘ Vaste contracten moeten zeker blijven bestaan, maar flexibilisering van arbeid is heel belangrijk voor economische vooruitgang’, vindt Roland.‘ Vroeger bleven mensen gerust dertig jaar of langer bij hetzelfde bedrijf.’
Voorkom het‘ Kodak-moment’‘ Bedrijven raken net zo goed vastgeroest door lange dienstverbanden als werknemers. Er is geen oog voor innovatie. Kijk maar naar Kodak, dat dacht dat het‘ m niet ging worden met die digitale fotografie. Met rampzalige gevolgen, toen bleek dat niemand in het bedrijf de tijdgeest aanvoelde. Het mooiste is een balans tussen gevestigde werknemers met veel ervaring en jong, flexibel personeel dat nieuwe ideeën van buiten naar binnen brengt.’
Vriendschap Leonard en Roland werken zo’ n zestig uur per week en zien elkaar privé ook.‘ Nee, we zitten elkaar nooit in de weg’, lacht Leonard.‘ We pakken allebei de dingen op die gedaan moeten worden en kunnen heel goed kritisch naar elkaar zijn. Roland is meer de operationele man, terwijl ik me meer op de commerciële kant richt.’ Roland:‘ Ik zie Leo vaker dan mijn vriendin en onze kinderen. Als er met één van ons iets aan de hand is, dan zijn we er voor elkaar. Twee dagen na onze start als ondernemers beviel mijn vriendin van een tweeling. Ik was toen even wat minder vaak op de zaak, maar Leo ving dat heel goed op. Andersom zou dat ook zo zijn.’
Het draait maar om twee dingen Over een jaar of vijf hopen Leonard en Roland zo’ n 500 uitzendkrachten in dienst te hebben. En nog steeds dezelfde waardering te krijgen van hun opdrachtgevers als nu. Roland:‘ Je kunt er wel over dromen dat je steeds groter wordt, maar het draait maar om twee dingen: tevreden opdrachtgevers en gemotiveerd personeel.’
Niet bluffen Tegen die tijd hopen de heren ook een nieuwe bedrijfstak aan de FlexxGroup te hebben toegevoegd: ICT-ers. Leonard:‘ We proberen ons te onderscheiden in de persoonlijke benadering, de kwaliteit en het tarief.’‘ En we beloven geen dingen die we niet waar kunnen maken’, vult Roland aan.‘ Stel dat een grote opdrachtgever ons vandaag vraagt of we morgen 500 man kunnen leveren, dan moeten we eerlijk zeggen dat dat nog niet gaat. Je kunt dan wel bluffen met dollartekens in je ogen, maar dan kan het heel snel afgelopen zijn.’
TEKST: NIENKE LANDRÉ FOTOGRAFIE: FERDY COLLEWIJN