TOP IN TOWN
KUNST
TENT ontdekt
Charlie van Rest
opnieuw
CHARLIE VAN
REST TIJDENS
ZIJN
DANKWOORD
NA DE
UITREIKING
VAN DE
CHABOTPRIJS.
'Hier ben ik gelukkig', zegt Charlie van Rest (1949, Djakarta) in de
cockpit, zoals hij zijn geluidsstudio in het Lloydskwartier noemt.
Tussen schermen, toetsenborden en speakers arrangeert hij daar
muziek en geluid bij videoprojecten van kunstenaars. In de
beeldende kunst werd hij veertig jaar geleden beschouwd als een
natuurtalent. Maar dat is een gepasseerd station. In 2000 zette hij
een streep onder die carrière. Een jarenlange ernstige ziekte, die hij
uiteindelijk overwon, dwong hem afscheid te nemen van het
beeldend kunstenaarschap en vooral de daaruit voortvloeiende
druk. 'Ik wilde voortaan alleen nog maar leuke dingen doen.'
CHARLIE VAN REST:
‘EARTH-MAN’, 1971, TIN,
LOOD; OVERHEMD IN
ARROW-STIJL.
Maar de beeldende kunst heeft hem niet uit het oog verloren. In
TENT, Witte de Withstraat 50, worden van 23 april tot 3 juli
werken getoond waarvoor hij in de jaren jaren zeventig, tachtig en
negentig de handen op elkaar kreeg. De expositie maakt deel uit
van een serie van vier tentoonstellingen van kunstenaars, die in die
periode de aandacht trokken. Behalve Charlie zijn dat Paul
Beckman (tot 15 april), Arie de Groot en Esma Yiğitoğlu. De
tentoonstellingen worden samengesteld door Noor
Mertens, curator van museum Boijmans van Beuningen.
BOOMCORSET
CHARLIE VAN REST EN PAUL
In juli 1971 ontmoette ik Charlie van Rest voor het eerst.
In het Lijnbaancentrum leidde ik een communicatiecentrum voor de manifestatie ‘Sonsbeek buiten de perken’
van Wim Beeren in Arnhem. Het thema in Rotterdam
was de natuur. In dat kader toonden wij een een
boomcorset van Charlie. Natuur was in die tijd veel
minder een item dan nu. In de kunst werd zij, met name in
de Arte Povera, als een medium gebruikt, niet als een
idealistisch doel. Het boomcorset paste in die stroming.
Charlie van Rest was een ontdekkingsreiziger in het territorium
van de kunst, met een hang naar het primitivisme. Daarbij maakte
hij gebruik van allerlei technieken, die hij soms zelf ontwikkelde.
Curieus is de wijze waarop hij met stof werkte en het gedrag van
stofdeeltjes en neerslag van roet integreerde in kunstwerken. Dat
resulteerde na een jaar of vier experimenteren in het procédé Ionfot.
Tegen Renée Steenbergen zegt hij in de catalogus bij zijn expositie
Hypodroom in Boijmans in 1991: ‘Ik kan met deze technieken
uitwerken wat me altijd al heeft bezig gehouden, het zichtbaar
maken van het onzichtbare. Ik probeer op mijn manier het
oer-raadsel op te lossen, het mysterie waar we vandaan komen, wat
we hier doen en waar we naartoe gaan.’ In 1992 kreeg hij de
Chabotprijs. Iedereen dacht toen dat een internationale doorbraak
niet lang op zich liet wachten. Het heeft niet zo mogen zijn. Ziekte
verhinderde dat. Maar een ontdekkingsreiziger is hij nog steeds. In
zijn cockpit blijft hij op zoek naar nieuw geluid.
BECKMAN: ‘THE RETURN OF
COLONEL BOGEY’, 1972,
INSTALLATIE DE LANTAREN.
ROTTERDAM, HOUT, TOUW,
RAFFIA, MATRASSEN, LICHT
EN GELUID, 25 X 10 X 4 METER.
CHARLIE VAN REST:
BOOMCORSET,
1989/90, JUTE
TEKST: JAN DONIA
121