FIB NR 3 2019 DOORBLADER_EDITIE FIB_NR127 | Page 91

87 ‘Het is allemaal gewoon zo gelopen’ Hoe doet Marine & Industry het binnen Electro Cirkel? ‘Onze tak zorgt voor ongeveer 25 procent van de omzet, Retail voor de rest. Niet omdat wij minder goed presteren, maar omdat Retail heel hard gaat met het eigen merk Calex. We plussen nog steeds elk jaar. De hoofdmoot voor onze tak is de scheepvaart, meer nog dan de industrie. In de Rott erdamse haven is een taart te verdelen en wij hebben het grootste deel. Wij leveren aan scheepsleveranciers, scheepsbouwers en installati e-/reparati ebedrijven. Inmiddels hebben wij meer dan 14.000 elektrische benodigdheden in huis voor de mariti eme en industriële sector. Die leveren we aan ruim 72 landen over de hele wereld.’ En hoe ontspant deze workaholic zich het liefst? ‘Hoe ouder ik word, ik ben nu 54, hoe meer ik van mijn vrije ti jd geniet. Had ik vroeger nooit. Na acht dagen vakanti e had ik het wel gezien. Nu houd ik het met gemak twee weken uit, waar mijn vrouw erg blij mee is! Ik heb vanaf m’n 21e gevoetbald. In Schiedam, waar ik geboren en NIENKE LANDRÉ getogen ben. Jammer genoeg ging het van kuitspier- naar hamstring- blessure en weer terug, dus ik ben ermee gestopt. Wel moeite mee gehad. Die sfeer in het veld, het fanati sme, de derde helft in de kleedkamer… Ik ben gaan tennissen. Niet verwacht dat ik dat zó leuk zou vinden. Had ik ti en jaar eerder moeten doen.’ Waar ga jij voor in je werk? ‘Mijn drijfveer is toch wel om elk jaar een plus van minstens ti en procent te halen. Is ons team nog alti jd gelukt, dus ik heb geen klagen. We hebben weer vrij fors gebudgett eerd en zitt en aardig op schema, zo halverwege het jaar. Als je blijft plussen, is iedereen tevreden. We hebben een uitleveringsgraad van bijna honderd procent. Dat is best knap, al zeg ik het zelf. En verder is het Electro Cirkel zelf dat me elke dag moti veert. Het bedrijf is na al die jaren gewoon een stukje van mezelf geworden. Nee, het zit niet zo in me om mijn trots uit te dragen. Het is allemaal gewoon zo gelopen…’ VINCENT VAN DORDRECHT