FIB magazine | Page 25

DE STAD ROTTERDAM ZET FORSE STAPPEN, MAAR IS ER NOG LANG NIET ‘Onderwijs sleutel tot sterkere stad’ 'Rotterdam heeft één grote uitdaging: het onderwijs', zei burgemeester Ahmed Aboutaleb in december 2013 in een interview met Friends in Business. Hoog tijd dus om aan te schuiven bij de man die voor de tweede termijn op rij verantwoordelijk is voor die portefeuille: wethouder Hugo de Jonge. 'Je kunt echt wel mooie resultaten behalen met onze kinderen, als je maar bereid bent om de dingen anders te doen dan je gewend bent.' Politici worden nog wel eens verdacht van het opvoeren van toneelstukjes. Maar wie met Hugo de Jonge over onderwijs praat, merkt meteen dat zijn passie en enthousiasme oprecht zijn. Als 22-jarige stond hij voor de klas bij CBS De Akker op RotterdamZuid, hetzelfde stadsdeel als waarin hij later adjunct-directeur werd van de Da Costa School. Na een politieke carrière in Den Haag, waar hij zich ook al bezighield met onderwijs, werd de CDA-politicus in 2010 benoemd tot Rotterdamse wethouder voor Onderwijs, Jeugd en Gezin. Als enig collegelid bleef hij na de gemeenteraadsverkiezingen van afgelopen maart aan voor een tweede termijn; nu als wethouder Onderwijs, Jeugd en Zorg. ‘En daar ben ik heel blij mee’, zegt De Jonge (inmiddels 37 jaar) in zijn werkkamer op het stadhuis aan de Coolsingel. ‘Instant resultaat is er niet bij in het onderwijs. Het is iets van de lange termijn en dus is het prettig om me hier nog eens vier jaar op te kunnen storten.’ Deelt u de mening van burgemeester Aboutaleb dat onderwijs dé uitdaging is voor Rotterdam? ‘Zeker. Onderwijs is de sleutel tot een sterkere stad, die we met deze coalitie willen realiseren. Hoewel we in de afgelopen periode op een begroting van vier miljard euro ruim een half miljard hebben moeten bezuinigen, is er in het onderwijs extra geïnvesteerd. Dat zegt genoeg. Ook deze periode investeren we extra in goed onderwijs. Rotterdam heeft een geweldige uitgangspositie: waar Nederland steeds meer vergrijsd, wordt Rotterdam steeds jonger. We hebben dus enorme potentie, maar we kunnen niet onder stoelen of banken steken dat de onderwijsresultaten hier nog altijd achter lopen bij die in de rest van het land. Het onderwijs op de noordoever van de stad heeft zijn been inmiddels aardig bijgetrokken en op Zuid groeien de resultaten harder dan waar ook in Nederland. Maar we zijn er nog lang niet. In grote lijnen hebben we nog altijd drie uitdagingen: hogere onderwijsresultaten halen, het aantal voortijdige schoolverlaters terugdringen en de aansluiting met de arbeidsmarkt verbeteren.’ Op de eerste twee vlakken zette Rotterdam de afgelopen vier jaar flinke stappen. Zo liep het verschil met de landelijke score bij de cito-toets terug van -4,1 punten (2010) naar -2,6 punten in 2014 en werd het aantal vroegtijdige schoolverlaters met zo’n veertig procent gereduceerd: 2.700 in 2010 en 1.600 in 2014. Daarvoor richtten de beleidsbepalers zich op de basis: er kwam meer aandacht voor taal en rekenen, er werden ruim tweehonderd zogenoemde groepen nul gerealiseerd (waarbij kinderen al op 2,5-jarige leeftijd naar school gaan om zonder achterstand te beginnen aan de basisschool) en in ruim 150 vakantieklassen werden achterstanden weggewerkt. ‘Rotterdam is Meppel niet’, zegt De Jonge. ‘Voor sommige leer­ lingen heb je meer tijd nodig om het talent tot ontwikkeling te laten komen. Het is fijn om te constateren dat alle initiatieven effect hebben gehad. Daar ben ik trots op, vooral omdat we het samen met het hele onderwijsveld – scholen, leraren en instanties – hebben bewerkstelligd. We kunnen hier op het stadhuis beleidsplannen schrijven tot we een ons wegen, maar dingen veranderen pas als ze landen binnen de vier muren van het klaslokaal. Dat is 'We hebben ons té lang neergelegd bij resultaten uit het verleden' gebeurd.’ De basisvaardigheden verbeteren en meer lestijd; dat klinkt heel simpel. Uw voorgang W'2