Fib magazine maart | Page 3

VOORWOORD Het verdwenen hart van Rotterdam BAS PRONK HOOFDREDACTEUR Ik voel altijd bewondering voor mensen die creatief zijn en vervolgens staan voor hun creatie. Die combinatie is niet vanzelfsprekend. Je hebt de creatieve machines die het ene na het andere idee over de schutting gooien. Dat is een bewonderenswaardig talent, maar ik voel pas echt bewondering bij hen die zich met ziel en zaligheid aan hun creatie committeren. Ze staan ergens voor. Dat zijn mensen met overtuigingskracht, want ze communiceren vanuit geloof en vertrouwen. Maar het knapst aan deze selecte groep mensen is hun incasseringsvermogen. Want wie creëert, gaat in de vuurlinie staan van de niet-creatieveling. Die groep, de onvoorstelbaar grote meerderheid, weet vooral wat er niet goed aan de creatie is. Prijsschieten, daar zijn ze goed in. Die criticasters overladen de creatieveling met kritiek. Dat is het moment dat de creatieveling de schouders kan ophalen en berusten. Moe als hij is van alle tegenwerking. Of hij zet door, met als doel zijn idee realiteit te laten worden. Willem Gerrit Witteveen was zo iemand. Hij speelt een belangrijke rol in het prachtige artikel van Jan D. Swart over de wederopbouw van Rotterdam, waar we met het oog op 75 jaar wederopbouw bij stil staan in dit magazine. Ingenieur Witteveen krijgt in 1940 vlak na het vernietigende bombardement de opdracht een plan te ontwerpen voor een nieuwe stad. Hij gaat meteen aan de slag en probeert Rotterdam met zijn tekencreatie haar hart terug te geven. Witteveen strijdt in de oorlogsjaren. Niet aan het front, maar achter de tekentafel. Jarenlang. Hij vecht voor zijn creatie, maar toont zich ook pragmaticus als invloedrijke criticasters opstaan. Hij doet water bij de wijn. Hij incasseert. Voor het grote doel, want ergens in zijn gewijzigde creaties blijft hij flarden van zijn oorspronkelijke creatie herkennen. Ergens blijft hij een stad met een hart voor zich zien. Totdat hij het veld moet ruimen. Gedesillusioneerd. Hij weet dan dat het hart voor altijd is verdwenen. “De Verwoeste Stad”, het bronzen beeldwerk van Ossip Zadkine, vertelt -met de prominent afgebeelde hand op de cover- het verhaal van de wederopbouw. Maar het menselijk figuur zonder hart vertelt ook over het verwoeste stadshart. En voor mij persoonlijk eveneens over de man die het probeerde terug te brengen, Willem Gerrit Witteveen. Het mocht niet baten. Hij bezweek in de vuurlinie van kritiek. 1