DE STAD
De wederopbouw van deze stad is het verhaal van
ruzies, missers en beleidssuccessen zonder inspraak met
als resultaat: een wonderschone skyline maar een koude
stad zonder een muzikant met een buikorgeltje.
97.000 kilo
brisantbommen op
Rotterdam leidt tot
overgave
We spoelen terug naar maandag 13 mei 1940. Nederland is drie
volle dagen in oorlog met nazi-Duitsland en de moffen rijden in
voorpret rond in jeeps. Maar in het havenkwartier van Rotterdam
is er ongenadig verzet in een onduidelijke getalsverhouding.
Hoeveel Duitse militairen er de eerste dag waren geparachuteerd
en hoeveel er daarna vanuit watervliegtuigen volgden, geen enkel
historisch document synchroniseert later met het andere. Onbetwistbaar duidelijk is wel dat de kracht van het Hollandse gevechts-
volume gepositioneerd is op de rechter Maasoever en zich
grofmazig heeft verdeeld tussen Overschie en de Boompjes.
Soldaten vooral. De totaalschatting is zevenduizend. De mariniers
zijn ver in de minderheid.
Het is Tweede Pinksterdag.
De straten op het Noordereiland en rond de Oranjeboomstraat op
Zuid zijn de avond ervoor via een snelle overmeestering al om half
negen per verordening afgezet en wie de moed heeft om er tien
minuten later met zijn standaard grijze Fongersfiets doorheen te
rijden, loopt risico.
Gerard Cox, die zijn hele verdere leven zou zeggen “het moet niet
gekker worden” is dan tweeënhalve maand oud en ligt verderop in
een wieg aan de Bree. De moeders van de latere Tour de Francewinnaar Jan Janssen en cabaretier Hans Dorrestijn zijn hoogzwanger en in Engeland die van Tom Jones en Ringo Starr.
Nogmaals die dag, 13 mei 1940. De Willemsbrug wordt aan de
noordzijde nog steeds met man en macht door de mariniers
verdedigd. Volgens de overleveringsverhalen zelfs met het mes
tussen de tanden. Later zou hun dapperheid veelvuldig met
legendarische bravo’s de geschiedenisboeken vullen. Maar zelfs
daarover zijn de rollebollende historici het in relatie tot de
meevechtende soldaten nooit helemaal eens geworden. Rotterdam
was een garnizoensstad en hoewel het merendeel van de strijdkrachten non-combattant was, acht men in retrospectief de rol van
de soldaat te veel ondergewaardeerd.
Het Haagse dagblad Het Vaderland heeft die morgen samen met de
NRC een noodeditie uitgebracht waarin nijd, weerstand en zelfs
het laatste restje triomf om voorrang strijden. ‘Het vliegveld
Waalhaven is door onze artillerie krachtig onder vuur genomen en
heeft zijn betekenis voor den vijand verloren. De Duitschers die
den eersten dag van den oorlog gedaald waren, worden verjaagd en
vernietigd. En ook in het binnenland is het militair gezag den
toestand volkomen meester.’
Het zijn de laatste optimistische en ongecensureerde berichten.
Op 14 mei, kort na het middaguur, in de chaos van ultimatums,
overstekende Duitse onderhandelaars met witte vlaggen op de
Willemsbrug en het wel of niet tijdig afvure