Fib magazine maart | Page 13

DE MENS kunnen. Dat deed hij tot voor kort bij BNR Nieuwsradio, Tros en WNL. Als wethouder moet hij zijn woorden tegenwoordig meer wegen. ‘Het provocatieve zit in mijn aard. Een ongenuanceerd debatprogramma op Radio 1: dat was mijn lust en leven. Ik kan zo’n discussie ook met mijn buurman voeren, maar mijn mening moet over de toonbank. Dat geluid laat ik graag horen. Als Leefbaarfractievoorzitter kun je bijna alles zeggen. Als wethouder van alle Rotterdammers is dat nu lastiger. Als ik nu verbaal over de lijn stap, kan dat morgen tot een spoeddebat leiden.’ ‘Ik sta als populist te boek. Dat vind ik geen scheldwoord. Ik ben nu wel een populist die aan de bestuurstafel zit. Dat ik dan soms mijn over. Van de problemen (‘ik zeg liever uitdagingen’) waar de stad mee te maken heeft. ‘Ik ben ervoor om problemen op te lossen, niet om onszelf op de schouders te slaan bij goed nieuws. Problemen dienen zich aan. Dat kan over hondenpoep gaan. Over hangjongeren. Of zware veiligheidsvraagstukken als radicalisering. De aanslagen in Parijs hebben ons allemaal extra op scherp gezet. Hoe voorkom je dat de brandhaarden van de wereld in onze stad terechtkomen? Tegelijkertijd zijn we met een integratienota bezig: hoe houden we de stad één? Van segregatie naar integratie, met het overeind houden van onze moderniteit. Dat is een enorme opdracht. Gelukkig hebben we met Ahmed Aboutaleb een burgemeester die nationaal en soms zelfs internationaal de kar trekt.’ ‘Ik vind niet dat ik stukken moet schrijven over wat er allemaal fantastisch gaat. Ik ben er niet om gebieden omlaag te praten, maar ik moet er wel naartoe. Omdat daar de uitdagingen liggen. Veiligheid promoot ik niet in een veilige wijk. Ik moet naar de mensen toe die de onveiligheid ervaren. Daar is de energie nodig.’ Het past bij zijn wethouderschap en persoonlijkheid. Niet tevreden achterover leunen,