CHRONIEK
EEN FENOMEEN NEEMT AFSCHEID
25 jaar
K.P. Heer van Werstal
Henk Donia en dan tussen haakjes (de wandelende havenencyclopedie). Het klinkt als een homerisch epitheton.
Epitheton?
Wijlen expediteur Cees Monden zou aan het barretje van Hotel
Atlanta hebben gezegd: ‘Doe me een lol, Donia, spreek je moerstaal.’
Donia, Monden en de oervorm van close harmony in een besloten
circuit. Rond 1989 vormt dat de aanleiding om de inner circle van de
havenwereld in dit magazine van een spraakmakende mise-enscène te voorzien.
K.P. Heer van Werstal, a new star is born.
Ook wijlen Willem-Jan van Vollenhoven maakt dan deel uit van dat
circuit. Hij is commercieel directeur van de HBU (destijds de
havenbank) en lijkt als twee druppels water op zijn jongere broer
Pieter: dezelfde humor, dezelfde dictie, maar iets minder grote
oren. Van Vollenhoven is secretaris van de maandelijks borrelende
Marine Club, en ik lid. Of Donia lid is? Geen idee. Waarschijnlijk
niet, want een lidmaatschap kost contributie. Maar hij weet wel hoe
laat de mannen zich van de eerste verdieping naar het barretje
verplaatsen en als ze arriveren, zit hij er al. Henk zit overal. In
dezelfde houding. Donia is uit te tekenen, ook die borrel, n’importe
hoe laat.
Willem-Jan van Vollenhoven is een tiptop geklede man die altijd
geaffecteerd bij de aankondiging van een zoveelste havenmijlpaal
zegt: ‘We gaan morgen weer met onze poten in de blubber staan.’
Hij kan als geen ander André van Duin imiteren, maar zal nooit iets
zeggen over de dynastie. Zelfs als Hans Schmidt, Wim Pesselse en
Frans van Aalen onder het genot van een goed glas vragen hoe dat
daar nu allemaal toegaat op Soestdijk en Cees Monden expliciet wil
weten of zijn kleine broertje het naar zijn zin heeft met die rare
prins Bernhard om hem heen, is steevast zijn antwoord: 'Mijne
heren, u weet, ik hou me aan mijn erecode.'
Toch maakt hij één keer in de kleine bar van Hotel Atlanta een slip
of the tongue door te vertellen dat hij koningin Juliana verzocht
heeft iets langzamer te eten. ‘Hoezo?’, vraagt Juliana.
‘Nou’, antwoordt Willem-Jan, ‘dan kan ik ook nog wat naar binnen
krijgen’.
Met grote ogen kijkt Cees Monden Van Vollenhoven aan en zegt: ‘Ik
snap je niet’.
En dan legt Willem-Jan het geduldig uit. ’Binnen het koninklijk
protocol, Cees, daar is het gebruikelijk dat wanneer de koningin
haar bord leeg heeft, dat alle andere meteen worden weggehaald.
Vandaar dat ik zo mager ben.’
Een daverende lach, en meteen heeft Willem-Jan spijt. Aan de bar
zit Donia.
Ruim 25 jaar heeft de wandelende havenencyclopedie dit blad van
deze anekdotes voorzien. Tot hij recent op een ochtend wakker
werd en dacht: er staan tegenwoordig wel erg veel rouwpijltjes
achter de gebruikte namen. Hij ging tellen en schrok. Maar ook zijn
glas werd steeds leger. Er was van de nieuwe nerdgeneratie
kennelijk niemand meer die hem royaal van een borrel voorzag.
‘Titels genoeg tegenwoordig in die haven’, sprak de kleine meesterjournalist bedroefd tot zijn geliefde obers in Old Dutch, ‘maar
weinig dorst.’
K.P. Heer van Werstal neemt afscheid en keert pas terug als de
kelken zich weer vullen. Terecht.
TEKST: JAN D. SWART
47