COLUMN
JEROEN BOONACKER
Geduld is
een schone zaak!
In het internationale geweld van berichtgeving over beursgenoteerde bedrijven
zou je bijna vergeten dat er nog andere bedrijven zijn. Bedrijven die minstens zo
belangrijk zijn voor het draaien van de economie. De familiebedrijven. Het is
volstrekt terecht dat er zo nu en dan extra aandacht wordt gegeven aan het
familiebedrijf, zoals recent ook door Friends in Business.
Onlangs heeft PwC haar zevende “Global Family Business Survey” gepubliceerd. In dat kader zijn er wereldwijd 2.378 gesprekken gevoerd met familiebedrijven in meer dan veertig landen, van Australië tot Turkije, van Denemarken
tot Peru en van Oman tot India. In Nederland alleen al is gesproken met bijna
75 familiebedrijven, van ondernemende start-ups tot bedrijven die al meer dan
vijf generaties bestaan. De overheersende conclusie is dat het familiebedrijf
zich nog steeds wereldwijd manifesteert als een dynamische en veerkrachtige
sector, die op eigen wijze weet om te gaan met de huidige uitdagingen op het
gebied van de arbeidsmarkt, innovatie en governance. Die geheel eigen wijze
heeft te maken met, hoe kan het ook anders, de invloed van de familie. Want:
‘Family businesses generally fail for family reasons’ maar: ‘Family businesses are
generally also successful for family reasons’.
Jeroen Boonacker is corporate tax partner bij PwC,
lid van de sectorgroep Transport & Logistiek en
te bereiken via [email protected]
De belangrijkste voorwaarde voor het op langere termijn succesvol zijn als
familiebedrijf blijkt nog steeds het tijdig regelen van de opvolging naar de
volgende generatie. Door hier tijdig over na te denken, is de kans groter dat dit
op een objectieve, niet door familiegevoeligheden gedomineerde wijze kan
worden geregeld. Objectief, maar wel rekening houdend met de aard van het
familiebedrijf. Dat wil zeggen: met een meer op de lange termijn gerichte visie
waarbij jarenlange klantenrelaties, gebaseerd op vertrouwen, als geen ander
worden gekoesterd. Een aandeelhouder uit de familie heeft minder haast en
meer geduld en juist daarom is het familiebedrijf van enorm belang voor de
economische groei op lange termijn.
Dit geldt zeker ook voor de Nederlandse economie. Het Nederlandse familiebedrijf blijkt met dezelfde vier uitdagingen te kampen als de familiebedrijven in de
rest van de wereld. Ook in ons land blijkt opvolging het belangrijkste vraagstuk.
Daarnaast moet het bedrijf zich aanpassen aan de toenemende digitalisering,
terwijl de ervaring leert dat het moeilijk is om technologie hoog op de agenda te
houden. Het aannemen van gekwalificeerd personeel van buiten de familie is
vaak nodig, maar blijkt soms lastig vanwege het familie-imago. Tenslotte kost het
het familiebedrijf vaak meer moeite om financiering aan te trekken van buiten
dan beursgenoteerde bedrijven.
Het familiebedrijf kent zijn eigen uitdagingen en moet zich daarnaast aanpassen aan een wereld die in rap tempo verandert. Innovatie is noodzakelijk. Soms
zal het familiebedrijf snel moeten professionaliseren, soms zal de familie
moeten professionaliseren, soms beide. Hoe dan ook: de “Global Family
Business Survey” geeft aan dat het familiebedrijf dit weet. Met het familiebedrijf komt het dus wel goed. En daarmee ook met onze economie. Misschien
moeten we alleen nog wat geduld hebben.
37