TOP IN TOWN
COLUMN
RIEN VROEGINDEWEIJ
Eenzame uitvaart
Met een gemiddelde van drie keer per jaar sta ik op een doordeweekse
ochtend, meestal om half tien, bij de ingang van de Algemene Begraafplaats
Crooswijk, Kerkhoflaan nummer 1, te Rotterdam. Ik ben daar dan in mijn
hoedanigheid van coördinator van de Eenzame Uitvaart. De Eenzame Uitvaart
is een groep dichters die, om de beurt, een gedicht schrijft en voorleest aan het
graf van een overleden stadgenoot waarbij niemand aanwezig is. Geen familie,
geen vrienden, geen bekenden. Niemand. Alleen de begrafenisondernemer en
de dragers.
De Groningse stadsdichter Bart F. M. Droog is er mee begonnen. Inmiddels
wordt het in een aantal steden gedaan. Zeven jaar geleden zijn we in Rotterdam
begonnen. Negen Rotterdamse dichters waren bereid mee te doen. Tussen
haakjes: zes daarvan zijn van het vrouwelijk geslacht, dus eigenlijk dichteres, als
het feminisme niet gebood ze dichter te noemen. Meestal is de dichter van
dienst al aanwezig als ik bij de begraafplaats aankom. We voegen ons bij de
ambtenaren van het team WOL, acroniem van Wet op de Lijkbezorging van de
dienst Stedelijke Zorg, en wachten op de lijkwagen van de begrafenisondernemer. Als die is gearriveerd, lopen we achter de wagen naar het graf. Je zou het
een kleine stoet kunnen noemen.
Rien Vroegindeweij is dichter en schrijver
en ontving in 2006 de Erasmusspeld
De mensen van team-WOL hebben overigens de zwaarste taak in het geheel
van deze droeve gebeurtenissen. Zij gaan naar het huis van de overledene. Wat
zij aantreffen, zou je kunnen omschrijven als de nog grotere eenzaamheid die
aan de eenzame uitvaart voorafgaat. Zij proberen ook uit te zoeken of er
nabestaanden zijn. In negen van de tien gevallen is er wel iemand te vinden, een
ex-echtgenote, een kind of kinderen, een ver familielid, maar die willen niets,
maar dan ook helemaal niets meer met de overledene te maken hebben. Heel
erg schrijnende gevallen zijn daar bij. In maart brachten we een man uit de
Oranjeboomstraat naar zijn laatste rustplaats. Dood gevonden door de
deurwaarder en de politie die aan zijn deur waren gekomen om hem zijn huis uit
te zetten. Zijn eigen executie door verhanging voltrokken.
Het lijkt een onmogelijke opgave om een gedicht te schrijven voor iemand die je
niet hebt gekend, van wiens bestaan je tot dan nog nooit had gehoord, wiens
bestaan dan niet meer existent is. Bovendien moet het in heel korte tijd worden
geschreven, hooguit een paar dagen, en van de antecedenten van de overledene komen we vaak niet meer te weten dan de geboorte- en sterfdatum, een
adres, eventueel een beroep. Niettemin zijn vrijwel alle gedichten die tot nu toe
in opdracht van de Eenzame Uitvaart zijn geschreven van hoog ni