28
‘LEUKE CRUISE,
JAN!’
GEESTELIJK VADER DUIKT IN ROEMRIJKE GESCHIEDENIS VAN FRIENDS IN BUSINESS
In oktober 1987 zag het magazine Friends in Business het levenslicht.
In oktober 1988, precies een jaar na de start, vliegen ruim 60 zakenmensen
uit Rotterdam met hun echtgenotes naar Miami om nog dezelfde dag in
te schepen aan boord van de dan 30 jaar oude ss Rotterdam, die nu in
Katendrecht een sieraad voor de stad is.
Het proces van business-to-business is begonnen
en zal na die cruise, in de daarop volgende
negentiger jaren nog een aantal keren met
soortgelijke zeereizen worden herhaald. Het
brengt de adverteerders van dit jubilerende
30-jarige magazine naar Indonesië, Rusland, de
Caraïbische eilanden en Los Angeles. Initiatiefne-
mer is Jan D. Swart, de geestelijk vader van
Friends in Business, destijds journalist-columnist
bij de Haagsche Courant.
In de twee vorige nummers van dit jaar hebben
we al een eerste inkijkje kunnen geven in de
historie van Friends in Business. Nu keren we
terug naar het startjaar (1987) en vragen we
Swart welk ideaal hij met het eerste Rotterdamse
glossy zakenmagazine voor ogen had.
‘Geen fl auw idee’, is zijn laconieke antwoord. ’Ik
was 40 jaar, had toen al een geweldige pensioen-
breuk en zal waarschijnlijk gedacht hebben:
misschien kan ik er een paar knaken aan
verdienen. Maar wat ik wel weet is, dat ik er een
mooi journalistiek blad van wilde maken.’
zijn compagnon Sjaak Troost hun partners willen
zoeken.
‘Overal ging de hand zwaar op de knip’, herinnert
Swart zich. ’Stakingsleider was de jonge Paul
Rosenmöller, die bij Müller Thompson werkte. Ik
vond dat de havenarbeiders het bij het rechte
eind hadden. Dat vond ik al gauw bij dit soort
confl icten, want ik kwam uit een rood nest. Maar
toch kon ik die Rosenmöller wel villen met z’n
grote smoel. Zijn vader was grootaandeelhouder
bij Vroom & Dreesmann en hij zogezegd een
maoïst. Ik heb altijd getwijfeld aan zijn oprecht-
heid. Toen hij later met die vreselijke Marcel van
Dam meedeed aan de demonisering van Pim
Fortuyn en ook de oude vakbondsleider Wim
Kok van tijd tot tijd olie op het vuur gooide, was
dat allesbehalve koosjer. Ik ben toen politiek
gekanteld. Op de dag van de moord op Fortuyn, 6
mei 2002, heb ik ’s morgens tussen elf en twaalf
nog met hem zitten vergaderen in De Kuip.
Jorien van den Herik en ik weten dus precies hoe
ook Pim over deze Rosenmöller dacht.’
Dus het rood verkleurde snel?
Direct al heeft het project tegenslag, want
Rotterdam is in het voorjaar van 1987 getroffen
gew eest door de grootste havenrevolutie in de
geschiedenis. Wekenlang heeft het werk stil
gelegen in het bedrijvengebied waar Swart en
Ja! Zeker! Maar ze waren niet allemaal zo hoor.
Ik heb nog wel eens een paginagrote monoloog
gemaakt met een van Rosenmöllers voorgangers
bij Groen Links, die ex-communiste Ina Brouwer.
Die woonde ergens achter de Goudsesingel, met
uitzicht op het terrein waar vroeger de meisjes
van Jamin werkten. Zij was wel eerlijk bevlogen
en ook een heel leuke vrouw.’
Schreef je de verhalen in Friends in
Business ook zelf?
‘Nou, in de eerste jaren wel. Ik grossierde in de
pseudoniemen. Ik ben ze allemaal vergeten,
behalve de naam Johan Faber. Met die naam had
ik in 1971 per ongeluk België op z’n kop gezet
door voetballers en wielrenners in het weekblad
De Post te interviewen, maar dan gewoon op z’n
Hollands. Ik was 25 jaar en vroeg Eddie Merckx,
Pol van Himst en Ludo Coeck zonder blikken of
blozen ook naar hun seksleven. Als ze boos
werden was het artikel net zo geslaagd als
wanneer ze, zoals Ludo Coeck van Anderlecht,
alles vertelden.’
Vroeg je dat later ook aan Rotterdam-
se zakenmensen?
‘Nee, want toen was ik inmiddels sadder and
wiser. Bovendien kende ik iedereen van haver tot
gort en als je mensen goed kent, is interviewen
een ramp. Het portretteren van zakenmensen
trouwens ook, tenzij ze ook hun zeperds durven
te vertellen. Meestal doen dat alleen de knokkers
die met vallen en opstaan hun succes hebben
afgedwongen. Zo’n tour de force geeft een verhaal