De Gracieuse 12 March 1865 | Page 11

Afbeelding No. 56. Schildpadden chignon-kam met een groot

eenigzins gewelfd schild van verguld brons fijn opengewerkt, een

vlechtwerk van koraal nabootsende.

Afbeelding No. 57. Schildpadden chignon-kam. Het schild dat

uit gedreven mat verguld brons bestaat, geeft het zinnebeeld van den

Islam te zien en heeft eene hooggewelfde ster waar aan de halve

maan bevestigd is.

Afbeelding No. 58. Bij van geciseleerd brons, met fijne omgebo-

gen tanden in plaats van pooten; men gebruikt haar als eene agrafe

om den japon op te houden; ten dien einde is zij van achteren in

het midden met een scharnier voorzien waarmede men bij het gebruik

van de naald de twee helften naar achteren kan buigen, waardoor

er tusschen de tanden eene grootere ruimte voor de stof ontstaat.

Onder het scharnier is een klein stukje gom-elastiek aangebragt, om te verhoeden dat de stof er tusschen geklemd raakt dat tevens de plaats vervangt van eene kleine veer om het

voorwerp te doen toeknippen.

Afbeelding No. 59. Gitten doekspeld in

den vorm van een smal staafje dat in twee

kogeltjes uitloopt.

Afbeelding No. 60. Agrafe of veiligheids-

broche; zij bootst twee dooreengeslingerde lin-

ten na waarvan het breede uit verguld brons

het andere uit geoxydeerd zilver bestaat; tus-

schen deze linten zet men een violetkleurig hol geslepen steen.

Afbeelding No. 61 en 62.

Twee kruisen van verguld brons met opengewerkten rand

in gothieken stijl.

Afbeelding No. 63. Cein-tuurslot van verguld brons

met zwarten geëmalleerden fond;

de zeer oorspronkelijke versie-

ringen bestaat gedeeltelijk uit

gegraveerd mat goud, gedeelte-

lijk uit wit emaille.

Afbeelding No. 64. Ceintuurslot van verguld brons met zwart

emaille.

Afbeeling No. 65. Hooge gitten knoop in den vorm van een

dobbelsteen.

Afbeelding No. 66. Vlakke vierkante knoop van glad gepolijst staal

met een geslepen rand.

Afbeelding No. 67. Vierkante vlakke knoop met een geslepen stalen

rand, het ruitje in het midden bestaat uit parelmoer en is met

eene kleine stalen paillette versierd.

Afbeelding No. 68. Manchetteknoop in den vorm van

een klein hangslotje van verguld brons met eene fijne gegra-

veerde figuur.

Afbeelding No. 69—71. Drie sierlijke haarnaalden

in den vorm van dolken. Die waarvan wij onder No. 69

en 70 de afbeelding geven zijn van verguld

brons, de eerste heeft een fijn geciseleerd hand-

vatsel van drijfwerk, de andere een handvat-

sel in den vorm van een rozet. De naald

onder Afbeelding No. 71 is van gitten en

op het snijpunt in het midden met een klein

juweel in goud gevat, versierd.

Afbeelding No. 72. Broche in den vorm

van een uile-kop van verguld brons in drijf-

werk. De oogen worden door twee gele gesle-

pen glazen kralen nagebootst.

Afbeelding No. 73. Klein kruis van ver-

guld brons, in het midden open, om den buitenrand loopen zwart

geëmailleerde lijntjes.

Afbeelding No. 74. Kogelvormige knoop van berg kristal

die om het schoone lichteffect dat hij voortbrengt bijzonder geschikt

is voor garnituur van lichte zijden kleedje enz.

Afbeelding No. 75. Rond lazuren manchetteknoop met een

naamcijfer dat er met kleine in goud gevatte kralen opgewerkt is. Een

geheel garnituur van soortgelijke knoopen is zeer in de mode, zij

kunnen op een naar verkiezing genomen fond, het naamcijfer van

de eigenares bevatten.

Afbeelding No. 76. Oorhanger van verguld lichtkleurig brons;

het bovenste grieksche figuur is mat geslepen.

Cordonsteek. (Haakwerk).

Afbeelding No. 77.

Deze haaksteek vormt een zeer los, dik

weefsel, dat bijzonder geschikt is voor heeren-

shawls, rijtuig en voetkleeden, voor het eerst-

genoemde werkt men de breedte van den shawl met dwarsloopende toeren. Voor kleeden kan

men den cordonneersteek met strepen of ruiten

in verschillende kleuren werken en ze later

aan elkander zetten. Men zet dus de genoeg-

zame lengte op en werkt teruggaande.

den 1ste toer. Men haalt

door elk van de beide volgende

opzetsteken 1 lus, zoodat er

met den laatsten opzetsteek mede

gerekend 3 lussen of steken op

de naald zijn; door deze 3 lus-

sen haalt men weder op nieuw

den draad; zoodat zij als een

steek te zamen worden gehaakt. Op deze wijze werkt men den

geheelen toer.

2de toer. Als deze toer wor-

den alle volgende toeren gewerkt, doch men

heeft vooral hierop te letten, door welke steken

lussen van den vorigen toer men telkens 2

aan 2 den draad moet doorhalen. De afbeelding

toont dit aan den bovensten gehaakten toer duidelijk aan, daar de eerste

opening voor de eerste van de beide lussen door een pijl en de opening

voor de tweede lus door een punt is aangewezen. Beide lussen worden

dan met den op de naald zijde steek even als bij den eersten toer

te zamen gehaakt.

Piquésteek. (Haakwerk).

Afbeelding No. 78.

De piquésteek is zeer geschikt voor kinderjaquettes, bavets,

onderrokjes enz. Hij wordt, even als de tunische steek aan eene zijde doch heen

en weder gehaakt zoodat 2 toeren een

patroontoer vormen. Bij den eersten van de

regter naar de linkerzijde te werken toer van

den eersten patroontoer, neemt men in el-

ken opzetsteek een steek op en houdt ze allen

op de naald; in den tweeden van de linker

naar de regterzijde teruggaande toer haakt

men elken steek afzonderlijk af. Bij alle vol-

gende patroontoeren worden in den eersten toer

No. 57. Chignon-kam.

No. 58. Bij als agrafe om den japon op te houden.

No. 59. Doekspeld.

No. 60. Agrafe.

No. 61. Kruis.

No. 62. Kruis.

No. 63. Ceintuurslot.

No. 64. Ceintuurslot.

No. 65. Knoop.

No. 66. Knoop.

No. 67. Knoop.

No. 68. Man-

chetteknoop.

No. 70. Fraaije

haarnaald.

No. 72. Broche.

No. 73.

Klein kruis.

No. 74.

Knoop.

No. 75. Man-

chette-knoop.

No. 76. Oorhanger.

[12 Maart 1865. 3e Jaargang.] DE GRACIEUSE. 59