De voetbaltruc van de maand
Rollercoaster
Deze maand behandelen we de ‘rollercoaster’. Romeo Castelen: “ Deze beweging noemen we op straat de Tip Top. Hij kan heel
functioneel zijn, maar hij is wel erg lastig. Als
je hem niet goed doet, bots je namelijk tegen
je tegenstander op. Je moet hem daarom
veel oefenen. Dat kan je voor elke training
even doen. En als je ‘m eenmaal onder controle hebt, dan kan je de beweging er in de
wedstrijd ineens uitgooien. Daar kunnen dan
heel veel mensen van genieten. Ik zou ‘m
achterin trouwens niet gebruiken, want daar
kan balverlies dodelijk zijn. Je kunt ‘m wel gebruiken op het middenveld om uit de drukte
te komen. Je kunt hiermee tussen twee tegenstanders door, de ruimt zoeken.”
Sommige technieken zijn overal goed, maar
soms is er in een bepaalde situatie maar eentje geschikt.
De Rollercoaster is een goede techniek voor
als je op je man afgaat. Je gaat de ruimte
naast de verdediger in. Maar hoe gaat nu eigenlijk de Rollercoaster?
Je neemt de bal schuin mee, draait rond en je
bent je man voorbij. Makkelijker gezegd dan
gedaan? Oké dan volgen nu de vier stappen
van deze truc.
Zet je trapvoet op de bal
Zet je trapvoet met een sprongetje voor de
bal, tegelijkertijd draai je je lichaam.
Zet je standbeen op de bal
Sleep de bal met die voet langs de verdediger
Ingewikkeld? Volg de stappen maar en vergeet niet je voet met een sprongetje voor de
SVU Clubblad oktober ’10
bal te zetten.
Deze techniek bereidt eigenlijk een schot, en
hopelijk een doelpunt, voor. Hiermee kan je
je laatste tegenstander, voordat je op doel
gaat schieten, passeren. Dit is een van de
spectaculairste voetbaltechnieken.
Als je begint met oefenen, begin dan vooral
langzaam, om de draai te verbeteren! Pas als
het lukt met je voetenwerk goed uit te komen,
dan kan je de snelheid van de actie opvoeren. Een verdediger zal niet direct aan jouw
kunnen zien wat je gaat doen. Jij weet wel,
dat je de kant opgaat waar naast de verdediger de meeste ruimte ligt.
Bij een perfect uitgevoerde rollercoaster ga
je eerst een stukje naar de andere kant (dus
naar de kant waar je niet heen wilt). Hiermee
probeer je de verdediger op het verkeerde
been te zetten. Daarna maak je de actie met
de draai …, je versnelt hier pas de beweging.
Je dribbelt, brengt de bal naar de zijkant, en
dan maak je snelheid.
Het kan wel eens misgaan, ook in de wedstrijd. Je bent geen wedstrijd lang perfect,
dat zijn ook topvoetballers niet … Maak je
daarover niet al te druk. Je maakt een foutje,
klaar! Er komt altijd weer een volgende kans.
Zo doe je dat. Het allerbelangrijkste, en dat
geld voor alle trucs en technieken, is:
Blijf oefenen!
19