C
o
l
umn
Mijmeren over mijn verleden bij SV Urk raakt bij mij
vaak een melancholische snaar. Ik heb het dan niet
zo zeer over de sportieve prestaties, maar meer over
de omstandigheden en de sfeer. Ik woonde op een
paar honderd meter van het Wilhelmina Sportpark.
Elke avond was ik daar te vinden en zocht ik de ballen uit het bos die de spelers van Urk 1 naast schoten. Op het andere deel van het veld trainde Roel
de Groene Urk 2 en 3 volgens het vaste concept:
“rondje-bok-partijtje”. Het leven was overzichtelijk.
Zelf mocht ik nog niet op voetballen. “Leer het
eerst maar op straat”, zei mijn vader. Ook moest ik
wachten op het voetbalshirt van mijn broer Freek.
Toen dat te klein was, mocht ik het hebben. Op mijn
negende jaar was het dan zover en kwam ik in B2
pupillen. Zo heette dat toen. Samen met Jelbert
Kramer, die woonde tegenover mij. Wij deden alles samen. Bij Ab Ras langs om de contributie te
brengen en van Klaas van Tuke kreeg je te horen in
welk team je speelde. “Kassies” was onze trainer en
ik heb hem nog nooit boos gezien. Een fijne kerel
dus. Hij vond ons tweeën de besten dus speelde
ik laatste man en Jelbert voorstopper. Zo ging dat
in die tijd. Het shirt van mijn broer viel op want ik
was de enige met zo’n shirt. Een elftalfoto liet vaak 4
verschillende tenues zien. De prioriteiten binnen het
gezin lagen noodzakelijk ergens anders.
Om de 2 jaar moesten we medisch gekeurd worden
in het medisch centrum. Thuis werd ik opgedraaid
dat mijn 2 balletjes wel moesten zijn ingedaald, anders werd ik afgekeurd. Elke avond even controleren
dus! En natuurlijk moest ik een ochtendplasje meenemen. Ik had de urine in een grote colafles gedaan
en toen ik in het medisch centrum aan kwam zag ik
iedereen zitten met kleine flesjes. Ik keek vervolgens
naar mijn literfles met op de bodem een klein beetje
plas. Die verhouding stond mij niet erg aan. Ik ben
toen naar huis gegaan en heb er alsnog flink wat
bij geplast.
In die tijd, gingen we tijdens uitwedstrijden gewoon
22
Nostalgie
met 12 kinderen in een grote “Connexxion-bus”
van Bangma. Op één of andere manier was er
een tarief afgesproken, ongeacht de grote van de
bus. Van mijn vader moest mijn shirt altijd smerig
zijn dus ook al kwam ik schoon van het veld, dan
haalde ik het nog even door de modder.
Op het Wilhelminapark waren maar 2 velden en
toen veld 2 werd gerenoveerd moesten we trainen op de plek waar nu de Maranathakerk staat.
Dit was een zandvlakte met wat bouwlampen.
In een bouwkeet moesten we omkleden waarbij we gezelschap kregen van flink wat ratten!
Intussen waren de velden klaar op de plek waar
nu begraafplaats De Vormt is, daar speelde de
jeugd. Alleen was er geen verlichting dus trainden we ‘s winters met 15 kinderen in de gymzaal
aan De Akkers en speelden we op zaterdag in de
Prins-Willem-Alexanderhal in Emmeloord of in de
Tholenhal in Tollebeek. Het was al lang duidelijk
dat SV Urk een nieuw sportpark zou krijgen aan
De Vormt en toch liet men op het Wilhelminapark
een nieuwe kantine bouwen. Na een paar jaar
moest deze dus weer worden afgebroken voor
de bouw van de Sionkerk. Vaak gingen we trouwens even naar de kantine om te tafeltennissen,
poolbiljarten, “packman” spelen of even achter
de flipperkast.
Urk 1 bleef lange tijd gewoon op het Wilhelminasportpark spelen. Jelbert en ik kwamen samen
in Urk 1 en hebben nog een paar seizoenen op
het oude hoofdveld gespeeld. Dit veld kende
trouwens een “verval” van ruim een meter tussen beide doelen. Je speelde dus heuvel-op of
heuvel-af. Voor je gevoel was Ab Ras (de vader
van Klaas van de kantine) zowel penningmeester,
secretaris als voorzitter. Daarnaast was hij grensrechter bij Urk 1 en overdag floot hij zijn wedstrijden. Elk jaar speelden we in de voorbereiding tegen de Hobbyselectie en daar werd op het dorp
SVU Clubblad april ’10