Een greep uit het verleden
Als ventje van vijftien debuteert hij al in Urk
1. Wakker weet het nog. ‘Ik brak mijn neus
in mijn eerste oefenwedstrijd, thuis tegen
de polderselectie.‘ Niks langzaam wennen
als invaller. Wakker wordt snel motor van
het elftal, links vanaf het middenveld. Het
talent blijft niet onopgemerkt. Sparta belt.
En al denkt ma Wakker nog dat het om de
fietsenfabriek gaat, het gaat om betaald
voetbal. Maar Klaas zegt nee. Zoals hij uit
geloofsovertuiging altijd zal blijven doen. Hij
maakt drie kampioenschappen mee. Maar
makkelijk gaat het allemaal niet. Zijn vijftien
jaar hadden er maar zo vijf kunnen worden.
Een ander had al tig keer bedankt. Na zware operaties, plastic kruisbanden en ander
blessureleed. Maar Klaas stopt niet. Dat kan
hij niet, voetbal is hem te lief. Dus sleept hij
zichzelf soms letterlijk voort, om nog maar
een meesterlijke pass te kunnen geven. Peigert hij zich helemaal af bij de fysiotherapeut
om nog maar dat briljante doelpunt te kunnen maken. Nu gaat het niet meer. Wakker is
op. ‘Ik heb enorm afgezien dit seizoen. Soms
had ik wel drie kwartier nodig voor ik weer
een sprintje kon trekken. Of een duel aan
kon gaan. Dan ben je zo uitgeblust. Heb je
zo‘n leeg gevoel.‘ Wakker zou Wakker niet
zijn als hij het seizoen niet af zou maken.
Hij gaat door tot de slotwedstrijd tegen DOS
Kampen. Hij begint in de basis. ‘Dat had van
mij niet gehoeven.‘ Hij scoort niet, maar wint
wel met Urk. ‘Een ideale afscheidswedstrijd
bestaat niet.‘ In de 63e minuut komt de verlossing. Het bordje met nummer 14 gaat de
lucht in. Het publiek op de tribune gaat spontaan in de benen. Een staande ovatie voor
het boegbeeld van Urk. De spelers rennen
naar hem toe. ‘Ik wilde het liefst wegvliegen,
maar William Visser pakte me bij mijn broek
en zei: ‘‘Ik trek je broek naar beneden als je
SVU Clubblad februari ’10
niet blijft staan.‘‘ Dan blijf je wel staan.‘ Dus
gaat Wakker op de schouders. Voor de allerlaatste keer. Met veel applaus en een diepe
buiging voor het boegbeeld van Urk.
Zelf blijft hij het liefst op de achtergrond.
Klaas Wakker blijft bescheiden. Dat hij
meer dan aardig kan voetballen, zul je
nooit uit zijn mond horen. Daarom mogen
anderen wat vertellen. Over Klaas Wakker,
het gezicht van voetballend Urk.
Henk Nieuwenhuis, trainer van SV Urk:
‘Klaas is een unieke persoonlijkheid. Hij is het
boegbeeld van de club. Eentje die over een jaar
of vijf of tien ook nog niet vergeten is. En dat
terwijl Klaas daar eigenlijk helemaal niet naar
op zoek is. Klaas is heel bescheiden. Ik heb de
fitte Klaas Wakker nooit getraind. Maar zelfs
met een niet fitte Klaas is nog genieten. Het is
onvoorstelbaar knap wat hij soms laat zien.
Het is heel jammer, dat je op die leeftijd al afscheid moet nemen.‘
Kees Wakker, broer en ploeggenoot:
‘Klaas is een groot voorbeeld voor mij. Altijd
al geweest. Als je broer met vijftien jaar in het
eerste debuteert, dan wil je dat zelf natuurlijk
ook. Maar dat was voor mij niet weggelegd.
Ik was achttien. Wij waren vroeger altijd aan
het voetballen. Daar is de Schelpenhoek ook
een beetje bekend door geworden. Wij speelden
altijd samen met Pieter Ras en de gebroeders
Kramer. We voetbalden tot het donker werd.
Waar Klaas beter in is?
Gewoon zijn voetbalkwaliteiten, alles. In de
eerste klasse was hij al de motor van het elftal.
Natuurlijk vind ik het jammer dat hij stopt. Zelf
ga ik nog een jaar door en het liefst speel je
toch met je broer. Maar dat wordt geen treuren
in de kleedkamer straks hoor. Daar zijn we te
33