Scheidsrechters
Dit zijn misschien wel de meest besproken
mensen van deze aardbol. In ieder geval
hun beslissingen. Alsof het leven ervan afhangt. Maar er is wel meer te vertellen over
deze mannetjes en inmiddels ook veelvuldig vrouwtjes. Je hoort wel de uitspraak:
als een scheids niet opvalt doet ie het goed.
Daar ben ik het dus niet mee eens. Hij moet
er juist staan! Hij heeft de leiding. Hij voelt
aan. Hij trekt aan en laat weer vieren. Hij
praat. Hij sust. Hij heeft humor. En… hij
maakt fouten, gelukkig wel. De meest vervelende voetballers worden later de beste
scheidsrechters, omdat zij zichzelf zo goed
kennen. Helaas zijn ze dan te oud om de
top te bereiken. Ook zo’n domme regel: we
moeten met zijn allen langer doorwerken,
maar een scheidsrechter van 50 is oud en
zielig.
De beste scheidsrechter die ik heb meegemaakt
was meneer Hoek. Hij lapte de regels dikwijls
aan zijn laars. Weet u waarom? Omdat het voor
de wedstrijd beter was. Daardoor genoot iedereen, zowel in als rond het veld. Iemand van ons
ging eens twijfelachtig onderuit in de 16. Wij
riepen massaal tegen Hoek: “Scheids, penalty!”
Scheidsrechter Hoek antwoordde zeer serieus:
“Nu niet, straks.” Hij stak ook soms een vinger
(ergens in het midden van zijn hand) op naar het
publiek wanneer die hem uitmaakten voor een
bepaald lichaamsdeel van een hond. Misschien
niet goed, maar zijn vinger kaatste wel als een
boemerang terug naar datzelfde publiek. En als
het echt niet anders kon dan trok ie geel en werd
het echt te gek dan trok ie die andere kaart.
Onze eigen Jaap Nentjes (De Skuit) was ook
een genot om naar te kijken en te luisteren. Voor
de aftrap zei hij: “Jongens, het hoeft niet altijd
een bal te wezen wat je raakt.” Prachtig! Helaas
22
vormt dit type een uitstervend ras. Omdat zij
zich niet aanpassen aan de regels van de voetbalbonden komen ze niet meer aan de bak. De
kleurlozen hebben de macht gegrepen.
Nog erger is het volgende type: de saaie man,
niet gehinderd door enige vorm van sportiviteit,
die van zijn vrouw een hobby of cursus moet
doen en vervolgens met de ogen dicht zijn pen
laat vallen op een lijst cursussen. Natuurlijk
valt die pen op de scheidsrechterscursus! Binnen no-time haalt ie zijn papiertjes, want leren
kunnen ze wel. Hij ruilt zijn bandplooi-broek en
blouse met geruite pullover in voor het magisch
zwarte trico en hup, daar dartelt hij vrolijk over
de groene velden, overal schade aanrichtend
en nerveus op jacht naar het volmaken van
zijn quotum gele en rode kaarten. Zelfs in de
hoofdklasse kwam ik ze tegen. Ze hebben het
inlevingsvermogen van een Siberische gnoe en
klagen in de bestuurskamer over de te koude
douche. En als ze naar huis gaan pakken ze de
zoute haring van de tafel in de bestuurskamer
en wikkelen die in de zelf-meegebrachte folie.
Het zotste wat ik heb meegemaakt was ergens
in 1983 uit tegen Go Ahead Kampen. Een aanvaller van Go Ahead dacht dat er gefloten werd
en pakte de bal in zijn handen. Scheidsrechter
Van Putten reageerde echter niet, de speler
gooit(!) vervolgens de bal naar een medespeler
en die dribbelt alleen (wij stonden lachend toe te
kijken) naar ons doel en scoort. Maar ons verging het lachen toen Van Putten het doelpunt
goedkeurde. Wat er toen gebeurde was ook niet
goed, maar heeft er in ieder geval voor gezorgd
dat Van Putten SV Urk nooit meer durfde te fluiten. Ik geloof dat hij later handbalscheidsrechter
is geworden.
Auke Brouwer
SVU Clubblad december ’08