Voor alle ouders
Enkele tips om het goede voorbeeld te
geven als u aanwezig bent bij een training of wedstrijd van uw kind:
· Moedig alle spelers aan. Voor (jeugdige) sporters is het fantastisch om
aangemoedigd te worden. Het zou
sneu zijn als alleen de kinderen aangemoedigd worden waarvan de ouders
aanwezig zijn en luidkeels durven aan
te moedigen!
· Laat niet merken dat u zich ergert aan
het spel van uw kind of sportgenoten.
Laat niet merken dat u ontevreden bent
over bepaalde acties. Zeker als u zelf
sport weet u dat het niet altijd zo gaat
als u zou willen, als kinderen merken
dat een ouder ontevreden is (door
bijvoorbeeld grapjes als: “deze week
geen zakgeld” of ooooh-geroep) dan
zal dat hun spel eerder negatief beïnvloeden dan positief.
· Leg u direct bij de beslissingen van
scheidsrechter neer. Realiseer u hierbij
dat verschillende mensen elke situatie
ook verschillend zien. De scheidsrechter heeft het recht te beslissen zoals hij
het ziet. Protest van publiek heeft dan
geen zin. Bovendien is dit erg vervelend voor de scheidsrechter, die zo
vriendelijk is om in zijn vrije tijd een
wedstrijd te komen begeleiden. En niet
in de laatste plaats is het voor de sporters en begeleiders enorm vervelend
als het publiek zich met de leiding van
de wedstrijd gaat bemoeien. U denkt
daar misschien de club mee te helpen,
maar deze ‘soms goed bedoelde hulp’
werkt juist vaak tegen de club.Bovendien is dit voor kinderen en jongeren
een slecht voorbeeld.
· Blijf tijdens de wedstrijd in het gebied
dat bestemd is voor toeschouwers.
· Geef de trainer/coach geen adviezen
met betrekking tot zijn taak, ook al zijn
6
·
·
·
·
·
ze goed bedoeld.
Geef uw kind of andere kinderen geen
aanwijzingen tijdens de training of wedstrijd. Buiten dat kinderen dit vaak niet
waarderen, is het ook erg verwarrend
om van twee verschillende personen
aanwijzingen te krijgen. Bovendien is
het voor een coach niet leuk dat ouders zijn taak ongevraagd overnemen.
Hebt u interesse om de kinderen aanwijzingen te geven, vraag dan aan de
trainer/coach of u mee kunt helpen met
trainingen te geven, coachen of andere
zaken.
Maak geen opmerkingen die door de
betrokkenen beledigend opgevat kunnen worden, ook al zijn ze goed bedoeld.
Zijn er dingen die volgens u niet kunnen, praat hierover dan na de wedstrijd
met de betrokkenen. Als u bijvoorbeeld
uw kind vals ziet spelen, dan hoort u te
laten merken dat dit niet kan. Hebt u
vraagtekens of opmerkingen over het
coachen, maak dan met de coach een
afspraak om hierover te praten. Tijdens
de wedstrijd is dit niet op zijn plaats en
direct na de wedstrijd is de coach vaak
met ander zaken bezig, zoals een nabespreking met het team. Vraag daarom wanneer het hem uitkomt dat u met
hem daarover praat.
Help indien mogelijk mee als een trainer/coach of ander begeleider dat
vraagt. Bedenk dat binnen een vereniging vrijwel alles door vrijwilligers wordt
gedaan. Naast de contributie die u
betaalt, mag u daar als ouder best wat
extra’s voor terug doen.
Bedank eens de trainer/coach en andere vrijwilligers die wedstrijden of andere activiteiten organiseren en leiden.
Namens de K.N.V.B. Jaap Nentjes
SVU Clubblad december ’06