zorgverlening steeds meer aangepast
worden aan zijn behoeften en mogelijk
heden, waardoor de kwaliteit van leven
van het kind verbeterd wordt. Kortom,
waardoor het kind weer ‘meer mens’
kan zijn.
Verhalen uit de praktijk
Sanneke is een meisje van 13 jaar en
functioneert op een ontwikkelingsleeftijd
van ongeveer 8 maanden. Zij woont
thuis met haar ouders, zusjes en broertje.
Overdag gaat ze naar een Orthopedagogisch Dagcentrum (ODC). Al van
jongs af aan maakt zij zoemende geluiden. Wanneer aan de begeleiders
van het ODC gevraagd wordt wat de
betekenis van dat zoemen is, komen er
verschillende antwoorden. De een zegt:
‘Dat hoort gewoon bij haar, dat doet ze
altijd’. Anderen denken dat ze het prettig vindt naar haar eigen geluiden te
luisteren. De moeder van Sanneke
denkt dat er iets mis is wanneer ze
zoemt, maar weet ook niet precies wat
er dan mis is. Iedereen reageert ook
anders op het zoemen. Om achter de
betekenis van het zoemen te komen,
worden video-opnames gemaakt.
Dan blijkt dat Sanneke alleen zoemt
wanneer er veel geluidsprikkels zijn.
Geluiden van de andere kinderen thuis
en op het ODC, geluiden vanuit de
worden door iede reen ‘weggefilterd’,
maar niet door de camera en waarschijnlijk ook niet door Sanneke. Ook ziet
men nu dat er verschillende manieren
van zoemen zijn. Soms is het alleen
zoemen, soms is er ook een verandering
in houding en mimiek. Het wordt duidelijk dat Sanneke er last van heeft als
het rumoerig is.
keuken, de radio etc. Deze geluiden
5