REGIOKATERN OOST | December 2018 | BNL | 29
Tekst | Hans Smit Foto | René van den Burg
Uit onderzoek van het EIB blijkt dat er financiële
en beleidsmatige belemmeringen zijn om aan
de toekomstige vraag naar woningen in Overijssel
te voldoen. Hans van Norel, voorzitter van
Regio Oost, is blij met het onderzoek, waarvan
de provincie mede-opdrachtgever was: “Het is
duidelijk geworden dat we de plancapaciteit
kunnen halen als alle partijen zich flexibel
opstellen.”
Overijssel verwacht de komende tien jaar een
groei van bijna 23.000 huishoudens. In de netto
plancapaciteit zitten 19.300 ‘harde’ woningen,
waarvan bijvoorbeeld de bestemmingsplannen
of uitwerkingsplichten vastliggen. Van Norel (47)
heeft met de bijna 1.000 lidbedrijven in Overijssel,
Gelderland en Flevoland groot belang bij een
realistische planning. “De planbehoefte in de regio
leverde steeds weer opnieuw gespreksstof op
en dat was de reden om samen het Economisch
Instituut Bouwnijverheid in te schakelen.”
BNL OOST EN PROVINCIE OVERIJSSEL DOEN SAMEN ONDERZOEK
"PLANCAPACITEIT
HALEN
VEREIST
FLEXIBILITEIT
VAN ALLE
PARTIJEN”
Belemmeringen
Uit het onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat erin en
bij de steden Zwolle en Deventer achterstand in
de woningbouw dreigt te ontstaan. In de regio
Twente zouden vraag en aanbod van woningen
beter moeten aansluiten om tot harde plan
capaciteit te komen. “Dat laatste zie je eigenlijk
in het hele onderzoek terug,” zegt Van Norel: “Er
zijn ogenschijnlijk plannen genoeg, maar in de
praktijk lopen we aan tegen belemmeringen, zoals
bestemmingsplannen, bezwaren of veranderende
programmaeisen. Het is goed dat we dit in kaart
hebben gebracht.”
Onvoorziene kosten
Hij noemt de relatie tussen bouwondernemers en
overheid “goed en positief”. Maar in het rapport
van het EIB blijkt ook dat de samenwerking
tussen de partners geregeld vastloopt. “We
hebben in de regio enkele grote bouwplannen en
die zijn erg kostengevoelig. Niet alleen door de
snel stijgende bouwkosten, maar ook onvoorziene
kosten, zoals gasloos bouwen of aangescherpte
milieueisen. Het is onvermijdelijk dat er in een
langere planperiode dingen veranderen en ik snap
ook wel dat een gemeente in de laatste fase
geen wijzigingen meer wenst. We moeten met dit
onderzoek in de hand die veranderingen flexibel
benaderen en tot werkbare oplossingen komen.”
“Weer gas geven”
De vergijzing is duidelijk, maar zal de verwachte
krimp ook plaatsvinden? Als ik naar de gespannen
woningmarkt in de Randstad kijk, kon het bouwen
Van Norel vindt dat de provincie en gemeenten na van voldoende sociale- en koopwoningen in onze
de crisis wat meer gas mogen geven als het om regio weleens mensen uit het midden van het
de bouw gaat. “We moeten alle liggende plannen land aanzuigen. Dat geldt niet alleen voor de
bespreken en tot uitvoering brengen, want anders steden in onze regio, maar ook voor het buiten-
kan er achterstand ontstaan. We hebben geen gebied. Ik verwacht dat het rapport het goede
idee hoe de demografie zich ontwikkeld. gesprek handen en voeten zal geven.”
•
Meer informatie
Johran Willegers
Adviseur Markt & Overheid
[email protected]