BNL 2-2020 | Page 57

Tekst | Eva van Beveren Foto | René van den Burg VAKGROEPEN | Juli 2020 | BNL | 41 SNEL AAN DE SLAG MET SCHOON BOUWEN Zero-emissiebouwmaterieel in 2026. Dat is het doel van de onlangs opgerichte Stichting Emissieloos Netwerk INFRA, kortweg ENI. Een keteninitiatief van Heijmans, GMB en De Vries & Van de Wiel als onderdeel van de Groene Koers om de verduurzaming in de bouw en infra te versnellen. Een aanbesteding voor de Sterke Lekdijken was de aanleiding voor de oprichting van ENI. “Omdat de samenwerking als consortium - van Heymans, GMB en De Vries & Van de Wiel – op een eerder project al goed ging, wilden we bij de Lek voor zero emissie gaan. En daar zijn we wat in doorgeslagen”, vertelt een lachende Gerard van der Veer, bestuurslid van de KOMAT (Adviesgroep materieel Bouwend Nederland) en hoofd materieelbeheer bij GMB. Vaarwel diesel “Zero emissie gaat vaak over elektrificeren”, legt Van der Veer uit. “Dat gaat op een bouwlocatie goed maar in het civiele veld hebben we geen aansluitingen voorhanden, dus werken we daar veel met dieselaggregaten. Daarnaast merk je dat er binnen elk bedrijf een ander tempo is in verduurzamen, een andere dynamiek. Iedereen heeft zijn eigen netwerk en leveranciers. Juist door gezamenlijk op te trekken, kan je versnellen.” GMB werkt bijvoorbeeld veel met een hybride aggregaat, terwijl Heijmans ervaring heeft met duurzaam grondverzet en De Vries & Van de Wiel juist weer met drijvend materieel. “En op het dijkversterkingsproject komt dat allemaal samen”, legt Van der Veer uit. “Ook al zijn we concurrenten, juist door elkaars kracht en ontwikkelingen te gebruiken, kunnen we de hele bouwplaats uiteindelijk emissieloos maken.” 2 sporen Maar om tot een snellere verduurzaming te komen, moet je als bouw en infra wel zelf investeren. Dat kan via twee sporen. Enerzijds door het ombouwen van bestaand materieel (retrofit), anderzijds de fabrikant die gaat ontwikkelen, denk aan een Volvo, Caterpillar, Hyundai. “En juist dat laatste willen we versnellen”, benadrukt Van der Veer. Maar helaas is het zero emissie aanbod minimaal. Veel is nog niet klaar. “Daarom zeggen wij tegen de fabrikant: gebruik de projecten van de ENI-partners om concrete projecten te hebben waar je prototyping kunt doen. Des te eerder kunnen we aan de slag met schoon bouwen.” En daarom wil ENI ook zo veel mogelijk aannemers, maar ook opdrachtgevers en leveranciers erbij hebben. Verduurzamen keten “Het mooie van ENI is dat we de hele keten kunnen verduurzamen”, vervolgt Van der Veer. “Zonder infrastructuur is er geen gebruiker en geen mobiele machine. Wanneer de infrastructuur op orde is, dan volgt de rest vanzelf.” Van der Veer merkt ook dat leveranciers zich met bestaande oplossingen melden. “Maar ENI is geen marketingplatform. Wij willen juist samen ontwikkelen. Voor deze oplossingen voorziet de Groene Koers juist weer in een interessant relatienetwerk. Ook op deze wijze versterken we elkaar.” • Meer informatie en aanmelden: www.emissieloosnetwerk.nl