Wat de Koning der Wildernis betreft: zelden heb ik zo’n zielig hoopje Leeuw in een hoek onder een boom zien zitten en ik vroeg mij af wie er nu banger was, die leeuw, of Bas(sie) en Aad(riaan) van Toor met vijftig man personeel… Maar de hamvraag was wel: hoe krijgen we dat beest weer in zijn hok? Wij, als Bassie en Adriaan, hebben veel avonturen beleefd en we zijn we wel eens voor de Leeuwen geworpen, maar we zijn nog nooit op leeuwenjacht geweest. Dus ervaring hadden wij niet op dit gebied. We keken elkaar dan ook zorgelijk aan. Want hoewel de leeuw heel zielig onder die boom zat, had hij tien minuten geleden nog een Haftlinger (paard) in een welgemikte klap de halsslagader van het edele dier doorgesneden en stierf het paard ter plekke. De franse dompteur had zijn geweer op de leeuw leeggeschoten maar meer dan een paar gaten in een groepje caravans, waar vrouwen en kinderen in zaten, had de malloot niet bereikt.
Wat hem de volgende dag een paar stampen voor zijn kop opleverde, met de mededeling van een chauffeur: “Pak aan, die zijn voor jou! Omdat je mij gisteren bijna weduwnaar en kinderloos maakte.”
Tja, ziet u, circus mensen zijn tamelijk direct en verknoeien geen tijd aan lange verhalen, want zij vinden dat dat alleen maar ophoudt. Inmiddels was ook de Rijkspolitie gearriveerd, zes man sterk, en het toeval wilde dat de commandant een oud schoolklasgenoot van de lagere school was, van broer Adriaan.
Zelf kende ik hem ook, want we waren in dezelfde buurt op gegroeid. Hij zei lachend: “Nou Aad, dat hadden we vroeger op de lagere school in Vlaardingen ook nooit kunnen bedenken, dat wij samen nog eens op leeuwenjacht zouden gaan hè! Overigens jongens, als jullie het goed vinden, maken we in no time een tinnen soldaatje van hem en hou je er straks een mooi vloerkleed met een paar gaatjes aan over!” Terwijl hij dit zei, tikte hij op zijn karabijn en wees op de vuurwapens van de vijf andere politie agenten.
Aad zei: “ Fred laten we daar nog even mee wachten; ik heb een idee.”
Hij liet door iedereen een hek van de leeuwenkooi halen waarin de leeuwen tijdens de voorstelling in optraden. Toen liet hij ze allemaal naast elkaar plaatsen. Elk hek werd door twee man vast gehouden. Op een gefluisterd commando van Aad maakten ze de kring van hekken almaar kleiner en schoof men behoedzaam in de richting van een grote bestelbus waarvan de achterdeuren wagenwijd open stonden en waar op het dak onze tentmeester lag. De leeuw keek angstig in het rond toen de kring van hekken almaar kleiner werd. Op het laatst koos hij eieren voor zijn geld en sprong in de bestelwagen.
De tentmeester deed van boven af het dak snel de deuren dicht. Er klonk een groot gejuich op en Leo de Leeuw zat gevangen. Later werd er met kunst en vliegwerk een soort tunnel van de hekken gemaakt zodat de leeuw maar een kant uit kon: vanuit de bestelwagen richting de kooiwagen.
Toen de leeuw in de kooi zat was het eerste wat hij deed zijn bak met water leeg drinken en omdat het maandag was - de dag waarop wij nooit een voorstelling gaven - zijn wij ook maar wat gaan drinken in onze kantine wagen. Het werd zo waar nog een prachtig feest en u wil niet weten hoe het is om in Alblasserdam op leeuwenjacht te gaan.
© 2016 Bas van Toor
Adriaan van Toor