Door al deze consternatie was Herakles het everzwijn dat hij moest vangen helemaal vergeten maar zodra de laatste centauren gevlucht waren, ging hij op zoek. Lang hoefde hij niet te zoeken want het zwijn had een spoor van verwoesting achtergelaten. Het zwijn was op de flanken van de berg en in de bossen die de berg bedekten de held te slim af. Telkens weer wist het te ontkomen. Gelukkig had Herakles van zijn vriend Pholos gehoord hoe hij het zwijn zou kunnen vangen. Langzaam maar zeker dreef Herakles het zwijn steeds hoger de berg op totdat het bij de sneeuwvelden boven
op de berg terecht kwam. Hier zakte het zwijn met zijn dikke poten in en zo kwam het dat Herakles de poten met een metalen ketting aan elkaar bond en het beest helemaal naar de andere kant van de Peloponnesos sleepte.
De koning had inmiddels gehoord dat het Herakles gelukt was om het zwijn te vangen en had een koperen pot laten maken om zich in te verbergen als Herakles zich met het zwijn meldde. Niet alleen om zich te verbergen voor het zwijn (de koning was niet echt moedig
aangelegd) maar ook om zich te verbergen voor de held die alle dodelijke taken wist te volbrengen. Sinds die opdracht verborg de koning zich telkens, dus ook volgende maand wanneer Herakles het tegen een paar gevleugelde monsters op moet nemen, in dit manshoge vat. Tot de volgende keer!
9