ACT!NOW nummer 1; juni 2017 | Seite 16

Omdenken

bstraherend van het bovenstaande

zijn er voor genoemde en andere

aspecten dus alternatieven te bedenken, opdat voortijdig schoolverlaten kan worden voorkomen en thuiszit casussen kunnen worden opgelost. We belichten een aantal aspecten in onderstaande tabel.

Wanneer genoemde aspecten in de linker kolom gestapeld bijdragen aan het ontstaan en het in stand houden van thuiszittersproblemen, zo zullen de alternatieven gestapeld bijdragen aan het voorkómen en oplossen van thuiszitterscasussen.

De vraag is ‘hoe’? Dit zijn vragen naar ontwerpspecificaties van context en settings, waarbinnen casussen beter bespreekbaar kunnen worden gemaakt. En waarbinnen samenwerkend tot echte probleemoplossing wordt overgegaan. Met gegarandeerde betrokkenheid van ouders en kind, zodat ‘de hoogst haalbare en houdbare oplossing’ geconstrueerd kan worden. We bespreken hieronder het concept ‘Community of Practice’ en spitsen het toe op de thuiszittersproblematiek.

Wat is een Community of Practice?

enger (1988) observeerde hoe men

in organisaties omging met

praktische problemen. Hij constateerde dat bij succesvolle oplossingen van praktische problemen, werknemers vanuit vele lagen van de organisatie samenwerkten aan een gemeenschappelijke urgentie. Zij organiseerden zonder opdracht vanuit het management bijeenkomsten, deelden kennis én liefde voor hun vak. Ze ontwikkelden scenario’s waarmee ze slimmer, sneller, voordeliger en beter konden werken.

Wenger abstraheerde zijn waarnemingen en beschreef een aantal essenties:

1.Mensen zijn sociale wezens. Dat geldt ook voor het thuiszittend kind, de ouders, de mentor, de leerplichtambtenaar, en alle andere betrokkenen.

2.Kennis is een zaak van competentie met betrekking tot een bepaalde klus of bezigheid, zoals bijvoorbeeld, de toon houden, een fiets repareren of onderwijs geven. Bij een thuiszittend kind gaat het om het kunnen creëren van een duurzame leercarrière.

3.Kennis is ook een zaak van participeren in de beoefening van specifieke klussen of bezigheden, dat wil zeggen actieve betrokkenheid in de wereld van het ‘probleem’. Kennis van het thuiszittend kind, het huisgezin, het zich gedragen van de kinderen op school, de onderwijswetten, variaties in leerarrangementen, de leer verplichtingen, en dergelijke zijn allemaal vergelijkbare kennisdomeinen, die in één casus aanwezig zijn. Interessant is ook te focussen op hetgeen men nog niet weet en op zoek gaat naar grenzen van allerlei aard!

4.Zingeving is het vermogen om de wereld en onze betrokkenheid als zinvol te ervaren en is uiteindelijk waar leren over gaat.

Met deze essenties lost men problemen sociaal op. Dat heeft betekenis voor allen. Er is geen hiërarchie tussen actoren of deelnemers aan de CoP. Ook is er volledige transparantie wat en wie op basis van eigen afwegingen inbrengt. Het is tevens belangrijk om een CoP als een experimentele ruimte te zien, waarin men gemeenschappelijk leert.

A

W

16