Inleiding op het thema-katern ‘Hogerbegaafdheid en Thuiszitten’
inleiding
n de dagelijkse praktijk ontmoet ACT! de
behoefte aan definities, en zien we de
werking ervan. Hoe krapper de definitie, hoe minder iets voorkomt. We komen analoog daaraan ook de behoefte aan labels, diagnoses en ziektebeelden tegen. Hoe helderder beschreven, hoe beter we weten welke ‘behandeling’ of welk passend aanbod het kind nodig heeft. Maar is dit waar? Weten we zeker wat wij zelf bedoelen met hogerbegaafd1 (en met thuiszitten)? Hoe zeker ben je van jezelf dat wat jij denkt, ook de waarheid is? Wat jijzelf onder hogerbegaafdheid verstaat, is dat ook wat een ander onder hogerbegaafdheid verstaat? Hoe reageer je dan als je iemand ontmoet die anders daarover denkt? Bijvoorbeeld: hogerbegaafdheid is het resultaat van opvoeding, terwijl je er zelf van overtuigd bent dat hogerbegaafdheid is aangeboren. Hoe reageer je dan op de gedachte dat jouw waarheid niet overeenkomt met die van de ander? Leg je het naast je neer? Betrek je de waarheid van de ander en integreer je het? Of neem je de waarheid van een ander zomaar over?
De onderbouwing van ‘waarheden’ en de bereidheid om onderliggende opvattingen over dit thema tot onderwerp van communicatie te brengen, opent mogelijkheden om passend aanbod (functie, vorm en inhoud) voor hogerbegaafde kinderen te organiseren.
ovenstaande vragen over waarheid en
individuele verbinding daarmee, zijn
leidend voor de keuze van de ACT!-redactie voor bijdragen vanuit meerdere invalshoeken. Aan de orde komen wetenschappelijke inzichten, mythes- en mythevorming inzake hogerbegaafdheid. Perspectieven van een ouder naast een talentvolle ‘jongere’ worden ook gegeven. Labelen en misdiagnoses lijken in een bijdrage samen te hangen. We etaleren een burgerinitiatief in Leiden en we waarderen het SLO-onderzoek dat SWV’s bewust doet maken over het massaal ontbreken van passend aanbod voor de hogerbegaafde kinderen. Aan welke onderwerpen moet gedacht worden bij het begeleiden en onderwijzen van kinderen die net als andere kinderen anders zijn. Moeten hogerbegaafde kinderen nou in regulier- of in speciaal onderwijs worden bediend, of ligt het anders?
CT! staat niet ‘waardevrij’ in het thema
Hogerbegaafdheid en Thuiszitten. Wij
achten argumenten en verklaringen voor hogerbegaafdheid van een ieder, die direct of indirect met het thema van doen heeft, niet principieel gelijkwaardig. In de casuïstiek van ACT! is hogerbegaafdheid niet zelden een inzet voor exclusiviteit, of juist argument voor ‘handelingsverlegenheid’. Inclusie zou de norm moeten zijn, en de praktijk leert dat het anders is. Hogerbegaafdheid in combinatie met veel voorkomend thuiszitten is telkenmale een individueel kind- en familiedrama. De - niet makkelijk te kwantificeren - omvang van onvoldoende bediende hogerbegaafde kinderen is van dien aard, dat het als een maatschappelijk probleem moet worden erkend.
e hopen dat u met eigen kritische blik
dit katern zult lezen. ACT! nodigt u uit
voor dialoog!
I
B
A
1.De redactie gebruikt ‘hogerbegaafd’ i.p.v. ‘hoogbegaafd’. Daarmee wordt een relativiteit uitgedrukt die past bij de moeilijkheid (onwenselijkheid) om de mate van hoogbegaafdheid te kunnen meten, het ontbreken van een eenduidige definitie, de ‘oorzaak’ van hoogbegaafdheid relativeren, en dat ‘hoogbegaafden’ niet zozeer kenmerken hebben, maar wel overeenkomende gedragingen vertonen.
Redactie ACT!NOW
16
W