ACT!NOW nr. 2 januari 2018 | Page 29

29

De situatie van thuiszitters is ook complex doordat de onderwijswetgeving een samenspel van wetgevingen betreft die eenzelfde doel beogen: de kwalitatieve ontwikkeling van alle kinderen op school.

• Wet op primair-, voortgezet-, speciaal onderwijs (OCW)

• Wet Cursorisch beroepsonderwijs (OCW)

• Wet Passend onderwijs (OCW)

• Wet op het onderwijstoezicht (WOT; OCW)

Deze wetgevingen hebben een historische ontstaansgrond en zijn geschreven voor situaties zoals die zich vroeger en voordien hebben voorgedaan. Dit zijn dus situaties die wellicht niet overeenkomen met de actualiteit waarin mensen nu zitten, in ons geval kind(eren) die thuis komen te zitten.

Bij dreigende voortijdige schooluitval en het voorkomen en terugleiden van thuiszittende kinderen naar een educatief traject spelen zoals gezegd dus vele actoren en factoren een rol. Op school zijn dat bijvoorbeeld al de docent(en), de IB-er, de zorgcoördinator, de remedial teacher, de opleidingsmanager, de directeur en de bestuurder(s). Zodra één van deze professionals het nodig vindt, zal een zorgarrangement worden geformuleerd.

Hier komen zorgprofessionals in aanvulling op onderwijsprofessionals in beeld. Deze zorgprofessionals handelen op basis van wetgevingen die domeinspecifiek zijn (hier zorg) en daarmee andere uitgangspunten hanteren dan in de onderwijswetten naar voren komen:

• Wet Maatschappelijke Ondersteuning 2015 (WMO; VWS)

• Jeugdwet (VWS)

• Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte (Wgbh/cz)

Hoewel dit aanvullend is kunnen hierdoor tegelijkertijd tegenstrijdigheden zich openbaren.

En indien het basis zorgarrangement binnen een school onvoldoende soelaas biedt kan de school een beroep doen op het samenwerkingsverband dat extra expertise kan leveren door inzet van regionaal aanwezige knowhow en expertise. Zo wordt soms extra ondersteuning geboden door een orthopedagoog, of vergelijkbaar. Hiermee kan een kind blijven participeren in onderwijs op school. Nogal wat professionals dus die binnen meerdere sectoren allemaal hun eigen professionaliteit inzetten en verbonden zijn aan instellingen die op hun beurt weer bekostigd worden door verschillende wet- en regelgevingen. De kans is hierdoor groot dat het probleem op een ander moment en via een omweg (n.a.v. bijvoorbeeld een doorverwijzing) weer terugkomt op het bordje van een professional die eerder het kind had doorverwezen. Deze stapeling van professies biedt aldus mogelijkheden én valkuilen. Zoals we in de inleiding hebben opgemerkt zien we dat zowel het juridisch kader (de wetgeving) en daarop gebaseerd beleid als de professionaliteit conform de beroepsgroep soms krachten kan genereren die in plaats van doelmatigheid slechts rechtmatigheid afdwingen.

Voorbeeld van toepassen

e omgekeerde toets is een goede opstap

om verder te denken hoe we aan het

thuiszittersprobleem kunnen gaan

werken en uiteindelijk oplossen. Het is bij de thuiszitterproblematiek zowel noodzakelijk anders op wetgeving te kunnen concentreren – zoals bij De Omgekeerde Toets gebeurt - als tegelijkertijd ook meer te richten op het creëren van aanvullende handelingsperspectieven. Daarmee bedoelen we handelingsperspectieven die samenwerking tussen voor het kind noodzakelijke partijen (inclusief ouders met hun kind) faciliteren. De waarde van de omgekeerde toets - de hefboomfunctie - heeft in interactie daardoor voor ACT! geleid tot het opstellen van een oplossingsgericht script waarbij uitgegaan wordt van enkele specifieke waarden.

En wij sporen aan om andere organisaties, zoals die welke wij in deze bijdrage hebben genoemd, dit ook te doen.

omgekeerde

De toets

De toets

omgekeerde

D

Themakatern 2