Vluchtige geuren
Chris Farrell gebruikt natuurlijke geurstoffen waarvan de allergenen tot een minimum zijn beperkt. Zij gebruikt hiervoor het Engelse woord ‘colorations’. Daarmee bedoelt ze dat de geurstoffen niet extreem overheersend zijn, en dat ze vervliegen na aanraking met de huid (ze worden geurneutraal). Ook in de aangebroken potjes of tubes vervluchtigen deze geuren met minder allergenen sneller dan de sterk overheersende geurmengsels die door hun additieven vaak tot overgevoeligheid leiden. De geurveranderingen die kunnen ontstaan als het product langer is geopend (langer dan een half jaar), zijn geen teken van kwaliteitsgebrek. Om deze geurveranderingen te voorkomen, is het belangrijk aangebroken producten regelmatig te gebruiken en in ieder geval binnen een half jaar op te maken. Het is beter een preparaat niet te lang aangebroken en ongebruikt te laten staan.
Verstoorde geurwaarneming
Soms worden geuren die jarenlang zijn geaccepteerd opeens als onaangenaam ervaren. Of door de klant voor een andere geur aangezien. Vervolgens wordt erover geklaagd, ondanks het feit dat er niets is veranderd aan het product. In dit geval is er maar één ding veranderd, namelijk de klant zelf. Stress, frustraties en andere emotionele gemoedstoestanden kunnen leiden tot verzuring. Hierdoor worden ook de gevoelige reukzenuwen aangetast. Je reageert ofwel hyperactief of helemaal niet op een geur. Bovenal reageer je extra sterk op zure geuren van vruchten of aldehyde geurcomposities. Deze worden overdreven waargenomen, terwijl poederachtige geuren als muf en modderig worden ervaren. Dit is een fenomeen waarmee veel mensen al eens in aanraking zijn gekomen: ze gingen twijfelen aan een geur die tot dan toe hun lievelingsgeur was. Tijdens de menstruatie kunnen vrouwen eveneens een verstoorde geurwaarneming hebben, net als rokers, ook zogenaamde passieve rokers.
Natuurlijke kleuren
Tot de speciale kenmerken van een natief-biologische werkstof hoort ook zijn specifieke kleur. Deze kleur is vaak juist het hoofdmechanisme dat zorgt voor de werking, bekend als het secundaire planteningrediënt. De leek stelt zich nu voor, onder invloed van de prachtige kleuren van de bloemen in de vrije natuur, dat de kleurtinten van de plantenextracten net zo helder en stralend zijn. De waarheid is, dat deze extracten meestal juist vies-bruin of groenig-bruin zijn…alles behalve esthetisch. Ze kunnen er ook voor zorgen dat een crème of tonic een troebele of donkere kleur krijgt. Afhankelijk van het oogstseizoen of zelfs de oogstregio, kan een en dezelfde werkstof een andere kleur hebben. En dus kan een en hetzelfde preparaat van charge (productie) tot charge in kleur verschillen. Veel plantaardige werkstoffen leiden bij het eindproduct tot residu of stolseltjes, net als bij vers geperst sap. Dit duidt niet op een fout. Het wijst juist op een goede kwaliteit, zoals een plantenextract dat tijdens een zonnige zomer is geoogst een hoger aandeel aan vezelrijke stoffen heeft – en dus kwalitatief juist beter is. Deze stoffen kunnen perfect worden verdeeld door de verpakking eenvoudigweg te schudden. Zo blijven ze als volwaardige ingrediënten behouden in de oplossing. Wil je een oplossing er altijd hetzelfde uit laten zien dan moet deze gedenatureerd, geraffineerd en gefilterd worden. Maar ze verliezen hierdoor ruim 80% van hun kostbare werking.