10 voor de overheid 1 | Page 177

Als ik de ideale overheid zou kunnen vormgeven, dan zou ik kiezen voor een grenzeloze overheid. In deze tijd, met de toestroom van vluchtelingen en de teloorgang van Schengen, is het misschien vreemd om te pleiten voor een grenzeloze overheid. Voor mij is de grenzeloze overheid een plek waar talent optimaal kan groeien en bloeien. Waar creatieve ideeën niet meer ingekaderd worden door regels. Waar we verder komen door scheidslijnen los te laten. Ik neem je graag mee naar mijn ideale overheid, waarbij ik put uit voorbeelden uit de praktijk van nu en alvast kijk naar de toekomst. De ideale overheid gaat over grenzen heen De grenzen binnen de overheid vervagen al. De grenzeloze overheid gaat in eerste instantie over het vervagen van grenzen tussen organisaties. Taken van het Rijk gaan over naar de gemeente. Voor grote maatschappelijke vraagstukken wordt steeds vaker samenwerking gezocht tussen overheidsorganisaties, maatschappelijke organisaties en burgers. Toenadering tot het bedrijfsleven vanuit de gedachte van co-creatie komt langzaam op gang.   De tweede grens is die op het niveau van mensen, de individuele medewerkers. Hier zit de echte innovatie. De grenzeloze overheid betekent namelijk ook dat ambtenaren over hun eigen grenzen heen kijken. Verder kijken dan hun rol en functie. Hoe kun je je eigen verantwoordelijkheid nemen als mens en ambtenaar buiten de eigen functie? Het gaat hier over innoveren door nieuwe kaders te zoeken. De ideale overheid stimuleert mobiliteit De grenzeloze overheid kan alleen succesvol zijn als mobiliteit gestimuleerd wordt. En daar is draagvlak voor, zeker onder jonge ambtenaren. Ik zie het in mijn eigen omgeving. De overheid van de toekomst zal zich moeten aanpassen aan de veranderende behoefte van haar werknemers. In de zomer van 2015 toerde ik samen met mijn bestuur van FUTUR Jonge Ambtenaren Netwerk door Nederland. Op bezoek bij verschillende overheidsorganisaties, op bezoek bij tientallen ambitieuze (jonge) ambtenaren. En zo hoorde ik een ambtenaar bij de provincie Overijssel zeggen: “Ik zou wel 166