Bestuurlijk Nederland wordt ingedeeld in vier ‘staten’, te weten:
• de RivierClan: het blauwe waterrijke gebied;
• de BosClan: het groene bosrijke gebied;
• de ZandClan: het grijsgele gebied dat met name bestaat uit zand en rotsachtig is;
• de MoerasClan: het donkergroene gebied dat met name bestaat uit grasland.
De buurlanden van Nederland worden de ‘uithoeken’ genoemd. Elke staat kent een eigen leider,
de zogenaamde ‘Clanleider’. De vier leiders komen regelmatig in Den Haag bij elkaar om te vergaderen en afspraken met elkaar te maken. De leiders kunnen hiervoor moties indienen. Het aantal leiders is gelijk en alle leiders zijn gelijkwaardig. Het principe van sociocratie wordt gehanteerd. Bij een meningsverschil moeten de leiders elkaar overtuigen.
De staten mogen veel zelf bepalen. Hiervoor worden de inwoners van de staten geraadpleegd:
• in zogenaamde ‘Clankringen’ worden relevante zaken besproken en komen de burgers die geïnteresseerd zijn in het onderwerp samen om mee te denken en te beslissen;
• in zogenaamde ‘Clanmeetings’ komen de burgers bij elkaar voor belangrijke mededelingen uit
de Clankringen.
De leiders vertegenwoordigen de burgers van hun eigen staat. De leiders van de vier staten zijn
gelijk aan hun burgers. De leider van de staat kan niet tegen de wil van de burgers in gaan. Hij of
zij zal de inwoners moeten overtuigen. Een leider van een staat mag zijn of haar staat blijven vertegenwoordigen totdat hij overlijdt of als de inwoners voorstellen om een nieuwe leider uit hun midden aan te stellen.
58