Terug naar‘ de ideale overheid’. Dit thema lijkt te gaan over wensbeelden voor‘ de overheid’ en dan vooral over het staatsapparaat. Op dit moment hebben discussies over de overheid overwegend een organisatiekundig en managerial karakter: de omgeving van de overheid is complexer en dynamischer geworden en dáarom moet de overheid‘ multilevel’ worden, eerder een netwerk dan een bolwerk en heterarchisch in plaats van hiërarchisch. Hier zie je toch weer de duale redeneerwijze over de relatie overheid-maatschappij. De overheid die zich als aparte entiteit moet aanpassen aan de omgeving, die zelf ook een aparte entiteit is. Deze denktrant impliceert dat de overheid zichzelf het recht toe-eigent om te veranderen en daarmee eenzijdig de governmentability kan reorganiseren. Dit veronderstelt echter nog steeds een hiërarchisch governmentability-verhaal. De overheid kan zelf bepalen hoe ze er uit wil zien en dat dan weer‘ opleggen’ aan de maatschappij. Ook wordt de dialoog over de governmentability teruggebracht tot organisatiekundige en structurele dimensies.‘ De ideale overheid’ lijkt dan te gaan over de inhoud van een verandering: hoe moet de ideale overheid( het staatsapparaat dus) eruitzien? Voor mij zou‘ de ideale overheid’ echter juist verwijzen naar de proceskant van deze verandering. De ideale overheid is dan een verandering richting het ontwikkelingsdenken dat ten grondslag ligt aan het concept governmentability.
De verwachting zou kunnen zijn dat nu ik ga vertellen hoe ik vind dat de overheid haar veranderingen idealiter aan zou moeten pakken. Maar stel dat de overheid mijn adviezen zou overnemen. Dan zou dat opnieuw een dynamiek oproepen waarbij de overheid naar zichzelf en de eigen veranderaanpak kijkt. Eigenlijk zou mijn advies juist zijn om de gedachten van Foucault hier nog eens duchtig op na te slaan. Hoe is de overheid volgens Foucault door de eeuwen heen veranderd? Welke krachten, mechanismen en dynamieken speelden daarbij een rol? Welke rol speelde het staatsapparaat hierbij? En welke rol de talloos vele andere toevalligheden, mensen en gebeurtenissen die ook van invloed zijn geweest? En: was dit ontwikkelingsproces een proces van maken en ontwerpen? Of een proces van vinden en ontdekken? Trouwens: wíe maakt, ontwerpt, vindt en ontdekt er hier eigenlijk? De ideale overheid is meer. Eigenlijk zou mijn advies juist zijn om de gedachten van Foucault hier nog eens duchtig op na te slaan.
Terug naar‘ de ideale overheid’. Dit thema lijkt te gaan over wensbeelden voor‘ de overheid’ en dan vooral over het staatsapparaat. Op dit moment hebben discussies over de overheid overwegend een organisatiekundig en managerial karakter: de omgeving van de overheid is complexer en dynamischer geworden en dáarom moet de overheid‘ multilevel’ worden, eerder een netwerk dan een bolwerk en heterarchisch in plaats van hiërarchisch. Hier zie je toch weer de duale redeneerwijze over de relatie overheid-maatschappij. De overheid die zich als aparte entiteit moet aanpassen aan de omgeving, die zelf ook een aparte entiteit is. Deze denktrant impliceert dat de overheid zichzelf het recht toe-eigent om te veranderen en daarmee eenzijdig de governmentability kan reorganiseren. Dit veronderstelt echter nog steeds een hiërarchisch governmentability-verhaal. De overheid kan zelf bepalen hoe ze er uit wil zien en dat dan weer‘ opleggen’ aan de maatschappij. Ook wordt de dialoog over de governmentability teruggebracht tot organisatiekundige en structurele dimensies.‘ De ideale overheid’ lijkt dan te gaan over de inhoud van een verandering: hoe moet de ideale overheid( het staatsapparaat dus) eruitzien? Voor mij zou‘ de ideale overheid’ echter juist verwijzen naar de proceskant van deze verandering. De ideale overheid is dan een verandering richting het ontwikkelingsdenken dat ten grondslag ligt aan het concept governmentability.
De verwachting zou kunnen zijn dat nu ik ga vertellen hoe ik vind dat de overheid haar veranderingen idealiter aan zou moeten pakken. Maar stel dat de overheid mijn adviezen zou overnemen. Dan zou dat opnieuw een dynamiek oproepen waarbij de overheid naar zichzelf en de eigen veranderaanpak kijkt. Eigenlijk zou mijn advies juist zijn om de gedachten van Foucault hier nog eens duchtig op na te slaan. Hoe is de overheid volgens Foucault door de eeuwen heen veranderd? Welke krachten, mechanismen en dynamieken speelden daarbij een rol? Welke rol speelde het staatsapparaat hierbij? En welke rol de talloos vele andere toevalligheden, mensen en gebeurtenissen die ook van invloed zijn geweest? En: was dit ontwikkelingsproces een proces van maken en ontwerpen? Of een proces van vinden en ontdekken? Trouwens: wíe maakt, ontwerpt, vindt en ontdekt er hier eigenlijk? De ideale overheid is meer. Eigenlijk zou mijn advies juist zijn om de gedachten van Foucault hier nog eens duchtig op na te slaan.