Als ik de overheid zou kunnen maken, dan zou de focus liggen op rechtvaardigheid. En daarbij staat de stip op de horizon centraal, niet de beren op de weg. Dan is rechtvaardigheid voor alle burgers belangrijker dan controle, indekken en afrekenen bij fouten. Dat zou ook goed zijn voor de dienstverlenende rol van de overheid.
Stel je eens voor: je ontvangt een brief van de Belastingdienst: je hebt teveel huurtoeslag ontvangen. Aan het einde van het jaar heeft de Belastingdienst de balans opgemaakt van je jaarinkomen. Omdat je inkomen in de loop van het jaar gewijzigd is, moet je een deel van de ontvangen huurtoeslag terugbetalen. Balen, maar ook wel logisch. Het vervelende is, dat je de ontvangen huurtoeslag al uitgegeven hebt. Je hebt het overgemaakt aan je huurbaas, je hebt er boodschappen van gedaan, misschien heb je er wel je garderobe mee aangevuld.
Als je die brief ontvangt van de Belastingdienst, heb je in grote lijnen drie opties: 1. Je gaat onder een steen liggen en bidt dat alles snel voorbij is. 2. Het bedrag dat de Belastingdienst terugvraagt schraap je bij elkaar. Je baalt, maar betaalt.
3. Je schrijft de Belastingdienst een vriendelijke, maar kordate brief, waarin je uitlegt dat je de huurtoeslag helaas al uitgegeven hebt. In je brief adviseer je de Belastingdienst om het eens te proberen bij je huurbaas of bij de Albert Heijn, want jij hebt het geld helaas niet meer in je bezit.
‘ Ha, ha’, denk je nu. Maar het tegenovergestelde gebeurt regelmatig. Een voorbeeld daarvan is goed te zien in de uitvoering van de nieuwe Fraudewet in 2013. De regering koos daarin bewust voor een repressieve aanpak van uitkeringsfraude: burgers die niet voldoen aan de zogenaamde inlichtingenplicht, moeten de teveel ontvangen uitkering terugbetalen, inclusief een boete van 100 %. Maar bij die inlichtingenplicht gaat het vaak mis: terwijl burgers bijvoorbeeld nog wachten op de
Als ik de overheid zou kunnen maken, dan zou de focus liggen op rechtvaardigheid. En daarbij staat de stip op de horizon centraal, niet de beren op de weg. Dan is rechtvaardigheid voor alle burgers belangrijker dan controle, indekken en afrekenen bij fouten. Dat zou ook goed zijn voor de dienstverlenende rol van de overheid.
Stel je eens voor: je ontvangt een brief van de Belastingdienst: je hebt teveel huurtoeslag ontvangen. Aan het einde van het jaar heeft de Belastingdienst de balans opgemaakt van je jaarinkomen. Omdat je inkomen in de loop van het jaar gewijzigd is, moet je een deel van de ontvangen huurtoeslag terugbetalen. Balen, maar ook wel logisch. Het vervelende is, dat je de ontvangen huurtoeslag al uitgegeven hebt. Je hebt het overgemaakt aan je huurbaas, je hebt er boodschappen van gedaan, misschien heb je er wel je garderobe mee aangevuld.
Als je die brief ontvangt van de Belastingdienst, heb je in grote lijnen drie opties: 1. Je gaat onder een steen liggen en bidt dat alles snel voorbij is. 2. Het bedrag dat de Belastingdienst terugvraagt schraap je bij elkaar. Je baalt, maar betaalt.
3. Je schrijft de Belastingdienst een vriendelijke, maar kordate brief, waarin je uitlegt dat je de huurtoeslag helaas al uitgegeven hebt. In je brief adviseer je de Belastingdienst om het eens te proberen bij je huurbaas of bij de Albert Heijn, want jij hebt het geld helaas niet meer in je bezit.
‘ Ha, ha’, denk je nu. Maar het tegenovergestelde gebeurt regelmatig. Een voorbeeld daarvan is goed te zien in de uitvoering van de nieuwe Fraudewet in 2013. De regering koos daarin bewust voor een repressieve aanpak van uitkeringsfraude: burgers die niet voldoen aan de zogenaamde inlichtingenplicht, moeten de teveel ontvangen uitkering terugbetalen, inclusief een boete van 100 %. Maar bij die inlichtingenplicht gaat het vaak mis: terwijl burgers bijvoorbeeld nog wachten op de