Digital publication | Page 89

Opeens was ook dat afgelopen. In 1990, na 10 jaar: ik ontmoette toen Erik Hazelhoff Roelfzema, was even in Hawaï, wist niet waar ik moest wonen. Ik was even helemaal weg, drie maanden. Daarna wilde ik het weer oppakken, maar dat kon ik wel vergeten. Bij Nieuwe Revu waren de deuren dicht. Ik vind dat soort dingen ook wel weer goed, want je moet weer iets anders verzinnen.'

Mensen bellen durft ze niet, maar netwerken gaat haar beter af. Ze loopt openingen, uitreikingen en feestjes af. En daar is altijd wel iemand die ze kent: "Ik ben wel bekend, denk ik, maar ze moeten je wel zien, ze denken niet zo maar aan je, maar als ze je zien denken ze: o ja, dat kan Steur wel doen. Dat is nog steeds zo, echt waar. Ik heb me een tijdje als een kluizenaar gedragen, maar dan staat de telefoon helemaal stil. Netwerken is heel belangrijk voor mij om werk binnen te halen."

Is ze nu zelf een BN'er geworden? "Ik pas ervoor om een BN'er te worden. Bekende fotograaf ok, maar geen bekende Nederlander, dat vind ik erg, een belediging voor mijn vak."

In 2002 kocht Patricia een digitale Hasselblad, op afbetaling: 'Ik heb alles wat analoog was uit mijn handen laten vallen. Weg, van de ene op de andere dag, cold turkey. Het was een enorm werk om al die programma's te leren, maar ik wist: "Als ik me nu niet aanpas, dan kan ik het wel vergeten."

'Ik vind digitaal een feestje, eindelijk verlost van die doka, zo veel tijd aan besteed, eczeem aan mijn handen, vieze walmen. Alleen dat beeld dat langzaam opkwam dat had wel wat. Maar dat ontwikkelen, gatverdamme. Dat analoge, ik vond er niets romantisch aan, ik had liever in het digitale tijdperk geboren willen worden.'

Dat de klant over haar schouder meekijkt vindt ze geen probleem: "Je hebt altijd een tevreden klant, want ze hebben de foto zelf uitgezocht, nou ja zelf, niet zonder mijn toestemming hoor, want ik maak altijd een voorselectie. Bij groepen was het altijd moeizaam. Dan stond de een er niet goed op, dan de ander niet. En nu is het even een hoofdje verwisselen en klaar. Met digitaal is het zoveel gemakkelijker, zoveel sneller, dezelfde dag klaar. Ik blijf de fotograaf. Ik hou altijd de controle."

Over de toekomst is ze duidelijk en positief: "Wij moeten ons nu vernieuwen. Fotografen gaan nooit met pensioen. Zolang ik die energie, die drive en dat grote vuur nog steeds in me voel, wil ik doorgaan. Dus ik zeg: vernieuwen. Je moet briljanter zijn dan degene met minder ervaring. Je moet nog meer kunnen, nog bijzonderder zijn, zodat ze je wel willen betalen.

Somber ben ik nooit, er is altijd wel iets. Ik ben gepassioneerd over boeken maken en regisseren. Ik wil zelf documentaires maken. Zolang er een passie is, is er een toekomst. Geld komt vanzelf als je je passie volgt. Ik ben nooit met geld bezig geweest. En ik zit toch leuk, allemaal met dit vingertje verdient. Ik ben niet rijk, of eigenlijk ben ik wel rijk vind ik zelf. Een te gek huis, te gekke auto. Ik mag helemaal niet klagen.

Het liefst ga ik documentaires maken met een cameraman. Ik hoef me niet met die techniek bezig te houden. Dat is ideaal. Ook bij het editen, hoef ik niet zelf doen. Kan ik me helemaal met het plaatje bezig houden, zalig. Over onderwerpen die mij bezig houden."

En dat succes, wat is het geheim?: "Passie is het allerbelangrijkste, netwerken, trouw zijn aan een blad, aan een redacteur of iemand die je gefotografeerd hebt. Vertrouwen is heel belangrijk, je werk supergoed afwerken en niet een week te laat inleveren, afspraken nakomen, meteen je factuur sturen – dat heb ik pas later geleerd – dat vinden de meeste fotografen niet leuk, maar je moet je boekhouding goed bijhouden, anders weet je niet wat je verdient. Ik ben een bedrijfje, met een kasboek. En je moet nooit uitgeven wat je niet hebt."

(Bron: DuPho)

Patricia is alweer jaren gelukkig met haar partner Theo Maijenburg en wonen nu samen (na hun verhuizing vanuit Amsterdam) drie jaar in Den Haag. Theo is graficus, poppenspeler en had een bedrijf in beeldmanipulatie. Tegenwoordig werken ze veel samen.